Aanpassing aan de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk, wat de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies betreft

Gepubliceerd op

Op 23 augustus 2021 werd het koninklijk besluit van 14 augustus 2021 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies betreft, in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Zij treedt in werking op 1 januari 2022.

De wijzigingen in dit koninklijk besluit zijn gebaseerd op een aantal vaststellingen van de inspectie Toezicht over het welzijn op het werk met betrekking tot de uitvoering van bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies, evenals op de voorstellen uit het advies nr. 215 (gegeven op 31 juli 2018) van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. Deze vormen het laatste noodzakelijke luik om artikel II.3-17 van de codex met betrekking tot de bedrijfsbezoeken aan te passen aan de gewijzigde tariefregeling voor de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.

Hiertoe wordt in titel 3 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk van boek II van de codex een nieuw hoofdstuk ingevoerd, getiteld “Specifieke opdrachten van de externe dienst”, dat de volgende wijzigingen bevat:

  • Bij de aansluiting van nieuwe ondernemingen geldt er voor de externe diensten een informatieplicht over de specifieke risico’s, verbonden aan de sector en/of aan de activiteiten van de onderneming, de hiermee verband houdende goede praktijken, tools en preventiemaatregelen en informatie over de werking van de elektronische inventaris.
  • Bedrijfsbezoeken worden duidelijk gekaderd en krijgen een concreet doel, voor kleine werkgevers worden zij bv. gekoppeld aan het gemotiveerd beleidsadvies. Er wordt een strikte timing vastgelegd voor het eerste “verkennend” bedrijfsbezoek en een vaste frequentie voor de verdere “periodieke” bedrijfsbezoeken in functie van de grootte en de risico’s van de onderneming. De doelstellingen en de inhoud van de verschillende soorten bedrijfsbezoeken worden bepaald, evenals door wie deze moeten worden uitgevoerd en er worden regels uitgewerkt die een oplossing moeten bieden voor de specifieke situatie van werkgevers met meerdere geografisch verspreide vestigingen of werven.
  • Het beleidsadvies aan kleinere werkgevers wordt verder geconcretiseerd door te focussen op de prioritaire risico’s aanwezig in de onderneming, waarbij meteen ook concrete preventiemaatregelen moeten worden aangegeven om deze werkgevers te ondersteunen in de stapsgewijze opbouw van een efficiënt preventiebeleid. Het beleidsadvies wordt bovendien gekoppeld aan de verschillende opdrachten bij de werkgever, met als doel een betere opvolging van de risico’s en een duidelijke meerwaarde voor het preventiebeleid.

Daarnaast voorziet dit koninklijk besluit ook in een aantal andere noodzakelijke aanpassingen van titel 2 van boek I betreffende het welzijnsbeleid en titel 3 van boek II betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.