Aanpassingen aan het KB Gezondheidstoezicht van 28 mei 2003

Gepubliceerd op

Het koninklijk besluit van 30 januari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers is op 6 februari 2017 in het Belgisch Staatsblad verschenen. De bepalingen zijn in werking getreden op 16 februari 2017.

Dit koninklijk besluit heeft een aantal wijzigingen aangebracht in het KB Gezondheidstoezicht van 28 mei 2003, onder meer met de bedoeling het volledige KB op één lijn te brengen met de bepalingen met betrekking tot het nieuwe re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers, zoals ingevoegd in afdeling 6/1 van dit besluit.

Zo werden de artikelen 39 tot 41 van het KB Gezondheidstoezicht opgeheven. Deze bepalingen hadden betrekking op de gezondheidsbeoordeling van een definitief arbeidsongeschikte werknemer met het oog op zijn re-integratie, waarbij de werknemer die door zijn behandelende arts definitief arbeidsongeschikt was verklaard de mogelijkheid kreeg om door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer te worden onderzocht met het oog op zijn re-integratie. Deze bepalingen waren immers zonder voorwerp geworden sinds de inwerkingtreding van het nieuwe re-integratietraject zoals voorzien in afdeling 6/1, waarin onder meer is voorzien dat de werknemer tijdens de periode van zijn arbeidsongeschiktheid kan vragen aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer om een re-integratietraject op te starten.

Daarnaast werd uitdrukkelijk geregeld dat de werknemer in geval van een tewerkstelling in een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico geen voorafgaande gezondheidsbeoordeling dient te ondergaan indien de tewerkstelling in een dergelijke functie het gevolg is van het uitvoeren van een re-integratieplan ingevolge een re-integratiebeoordeling door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.

Er is ook expliciet bepaald dat de werknemer (of met zijn akkoord de behandelend geneesheer) een spontane raadpleging kan vragen indien hij van mening is dat alle of een deel van de maatregelen in het re-integratieplan niet meer zijn aangepast aan zijn gezondheidstoestand.

Bovendien is bepaald dat de werkgever het formulier "verzoek om gezondheidstoezicht over de werknemers” op de meest aangewezen wijze bezorgt aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Dit formulier moet gebruikt worden voor het uitvoeren van een voorafgaande gezondheidsbeoordeling, een onderzoek bij werkhervatting, een voortgezet gezondheidstoezicht, een uitbreiding van het gezondheidstoezicht en een onderzoek in het kader van de moederschapsbescherming. De werkgever deelt aan de werknemer de datum mee waarop hij een dergelijke gezondheidsbeoordeling zal moeten ondergaan, alsook welk soort onderzoek het betreft.

Tot slot is uitdrukkelijk bepaald dat de werkgever ertoe gehouden is de werknemer die definitief ongeschikt is verklaard door een definitieve beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer (bv. ingevolge een periodieke gezondheidsbeoordeling, een spontane raadpleging of een onderzoek bij werkhervatting), aan het werk te houden overeenkomstig de aanbevelingen van deze laatste. Hij dient de procedure zoals voorzien in de artikelen 73/3 tot 73/7 te volgen met het oog op het opstellen van een re-integratieplan.