Belgische delegatie op de wereldtop van de arbeid

Gepubliceerd op

Een drieledige Belgische delegatie – bestaande uit afgevaardigden van de vakbonden, werkgevers en federale en regionale overheden – heeft in Genève van 3 tot 19 juni deelgenomen aan de Internationale Arbeidsconferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).  Deze jaarlijkse internationale arbeidstop was dit jaar van uitzonderlijk belang.  De Conferentie had namelijk de opdracht om een eigen actieprogramma op te stellen dat de IAO moet toelaten op international niveau de leiding te nemen in de strijd tegen de rampzalige wereldwijde gevolgen  inzake tewerkstelling, arbeidsvoorwaarden en sociale achteruitgang, veroorzaakt door de huidige economische en financiële crisis.
 
Volgens de laatste ramingen van de IAO zullen er, ingevolge deze crisis, binnen de 18 maanden, 50 miljoen werklozen en 200 miljoen armen méér in de wereld zijn.
 
De drieledige Belgische delegatie heeft dan ook eensgezind en intensief meegewerkt om de besluiten en aanbevelingen van deze Conferentie zo krachtig mogelijk te maken.
 
Het actieplan dat tot besluit van de Conferentie is aanvaard is een “Wereld Jobs Pact”.  Het bestaat uit een aantal richtlijnen en voorstellen om de gevolgen van de crisis op een gecoördineerde en efficiënte manier te bekampen, maar ook om in de toekomst een herhaling van dergelijke noodtoestanden te voorkomen.  Dit moet gebeuren door – niet alleen in woorden maar ook in daden – eindelijk een gelijke waarde te hechten aan een sociaal- en economisch ontwikkelingsbeleid in de wereld.  Door de financiële markt ten dienste te stellen van de reële economie én door deze economie ten dienste te stellen van de mensen, en niet andersom.  Het “Wereld Jobs Pact” is gericht aan alle landen leden van de IAO, maar is ook bedoeld om de IAO zelf een stevigere rol toe te kennen in de multilaterale fora die een beslissende stem hebben in de mondialisering van de wereldeconomie.
 
Dat dit wereldwijd Pact de unanieme steun van regeringen, werkgevers- en werknemersorganisaties wegdraagt is te danken aan een pragmatische opstelling en evenwichtige compromissen, rekening houdend met ideologische verschillen en gericht op de, uiteraard voor ieder land verschillende, financiële mogelijkheden.
 
De uitvoering van het Pact, dat berust op de fundamentele waarden en principes van de IAO, moet helpen om de minst bedeelden te beschermen en om een economische relance te bewerkstelligen met volledig respect voor de sociale dimensie en in lijn met het IAO concept van “Waardig Werk”.  De urgentie van de crisis vergt, hoe dan ook, een evenwichtige en verantwoordelijke opstelling van de sociale partners en de overheid bij hun tripartiet overleg en bij de collectieve onderhandelingen.
 
De zwaartepunten waarvoor de Belgische delegatie zich bijzonder heeft ingezet – en die sterk in het actieplan zijn uitgebouwd – zijn:  het uitwerken van een globale en (vooral) coherente economisch/sociale ontwikkelingsstrategie tussen de betrokken instellingen (bvb het IMF, de WB, de WHO en de IAO);  de nadruk leggen op de groene economie en “groene jobs”; speciale aandacht voor de impact van de crisis op de werkende vrouwen; investeren in de landbouwsector; het bevorderen van duurzame ondernemingen; steun aan de KMO’s; het versterken van de arbeidsadministraties; het verschaffen van minimum sociale zekerheid voor iedereen; en tenslotte het groot belang van sociale dialoog in het zoeken naar duurzame oplossingen en akkoorden.
 
De Conferentie heeft ook 25 landen op het matje geroepen wegens het niet respecteren van bepaalde IAO conventies. Het gaat over de vrijheid van vereniging, gedwongen arbeid en kinderarbeid, een slechte aanpak van de migratie, discriminatie van bevolkingsgroepen of tussen mannen en vrouwen, werkgelegenheidsbeleid en sociale zekerheid. In de bespreking van deze gevallen bleek duidelijk hoe diep de crisis wereldwijd inwerkt op de economie, de werkgelegenheid en de arbeidsvoorwaarden.
 
In het deskundigenrapport dat aan de basis ligt van bespreking in deze commissie werd België geprezen voor de wetten van 2007 die discriminatie tegengaan.