Beslissing Commissie Arbeidsrelaties (CAR) om een UBER-chauffeur als werknemer te kwalificeren

Gepubliceerd op

Naar aanleiding van een verzoek van een VTC-chauffeur [1] ‘Uber’ heeft de Commissie Arbeidsrelaties (CAR) op 26 oktober 2020 beslist de arbeidsrelatie tussen deze chauffeur en Uber als verloonde arbeidsrelatie te kwalificeren. De CAR heeft de aard van de arbeidsrelatie beoordeeld op basis van het vermoeden waarin de wet ‘arbeidsrelaties’ in het kader van het vervoer van personen voor rekening van derden voorziet en op basis van de algemene criteria die vastgelegd zijn bij deze wet.

Voor het toepasselijk wettelijk vermoeden op het vervoer van personen voor rekening van derden [2] was de CAR van mening dat ten minste 7 van de 9 criteria werden vervuld (zodra aan 5 criteria voldaan is, wordt de arbeidsrelatie als verloond beschouwd). Volgens de CAR:

  • neemt de chauffeur geen economisch of financieel risico bij Uber;
  • heeft de chauffeur geen verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van Uber;
  • heeft de chauffeur geen beslissingsmacht over het aankoopbeleid van Uber;
  • heeft de chauffeur geen beslissingsmacht over het prijsbeleid van Uber;
  • heeft de chauffeur geen resultaatsverbintenis;
  • heeft de chauffeur niet de werkelijke mogelijkheid om personeel aan te werven of zich te laten vervangen;
  • manifesteert de chauffeur zich niet als onderneming ten overstaan van andere personen (de klant kiest zijn chauffeur niet; hij kan zijn contactgegevens niet geven en dus geen eigen klantenkring opbouwen).

De CAR heeft ook de vier algemene criteria[3] bestudeerd, zowel wat betreft de mogelijkheid om het ‘sectorale’ vermoeden te weerleggen als de criteria zelf:

  • De partijen wilden een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst aangaan.
  • De chauffeur heeft niet de vrijheid om zijn werktijd te organiseren. Gezien het risico op het verbreken van de verbinding bij weigering van een rit of op uitsluiting van het platform bij annulering van een aanvaarde rit, moet de chauffeur dus blindelings elke voorgestelde rit aanvaarden, zonder te kunnen beoordelen of de voorgestelde rit, afhankelijk van de te volgen route en de duur ervan, verenigbaar is met zijn beschikbaarheid.
  • De chauffeur heeft niet de vrijheid om zijn werk te organiseren en voert een volledig gestandaardiseerde prestatie uit. Hij moet de route volgen die de Uber-applicatie kiest. De prijs wordt bepaald door de Uber-applicatie. De chauffeur mag geen geld of fooien ontvangen. Hij stelt geen factuur op en wordt betaald door Uber.
  • Uber heeft de mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen. Op de prestaties van de chauffeur zijn instructies van toepassing die bij niet-naleving kunnen leiden tot sancties of zelfs het verwijderen van de toegang tot de Uber-applicatie. Dit is het geval wanneer de chauffeur afwijkt van de opgelegde route, een te hoog percentage ritten weigert of annuleert, een gemiddelde gebruikersscore onder de door Uber vastgelegde minimumscore krijgt, of zich schuldig maakt aan gedrag dat verboden is volgens de community guidelines. De chauffeur wordt voortdurend geëvalueerd, zowel door Uber als door de gebruikers. Uber gebruikt deze evaluaties als parameters in een grotendeels discretionair besluitvormingsproces dat kan leiden tot het definitieve verbreken van de verbinding met de chauffeur. Het is ook Uber die klachten van gebruikers zeer willekeurig onderzoekt en erover beslist.

Deze beslissing werd genomen naar aanleiding van een eenzijdig verzoek (Uber werd dus niet geïnformeerd over de procedure en heeft er niet aan deelgenomen) en heeft alleen betrekking op de arbeidsrelatie tussen Uber en de betrokken chauffeur.

De beslissingen van de CAR zijn voor 3 jaar bindend voor de instellingen die in de administratieve commissie vertegenwoordigd zijn (RSZ, RSVZ, FOD Sociale Zekerheid en FOD Werkgelegenheid) en voor de sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen [4].

 

[1] Voiture de transport avec chauffeur (voertuig met chauffeur)

[2] Zie artikel 337/2, § 1 van de programmawet (I) van 27 december 2006

[3] Zie artikel 333, § 1 van de programmawet (I) van 27 december 2006

[4] Zie artikel 338, § 1 en 338, § 4 van de programmawet (I) van 27 december 2006