Bestrijden van de fraude bij tijdelijke werkloosheid

Gepubliceerd op

De Ministerraad keurde op 20 april 2012 de programmawet goed. Op initiatief van Minister van Werk Monica De Coninck wordt daarin een wettelijke basis gelegd voor de bestrijding van misbruik van het systeem van tijdelijke werkloosheid.

Een werkgever die tijdelijke werkloosheid wenst door te voeren om economische redenen moet tijdig aan de RVA kenbaar maken voor welk regime hij kiest, vanaf wanneer en voor welke periode. Bij die aangifte ging het enkel om een voorziene tijdelijke werkloosheid en niet om de effectieve tijdelijke werkloosheid.

In de bouwsector bestaat daarenboven de verplichting voor de werkgever om de eerste dag van effectieve tijdelijke werkloosheid te melden aan de RVA. Dit maakt het mogelijk om meer gerichte controles uit te voeren. Die verplichting bestaat niet voor andere sectoren.

De werkgevers van alle sectoren worden nu verplicht om de eerste dag van effectieve tijdelijke werkloosheid aan te geven. Het moeten melden van die dag vormt een bijkomende drempel en werkt responsabiliserend. Op die manier weten werkgevers en werknemers dat de kans op controle vanaf dat moment toeneemt en wordt misbruik van tijdelijke werkloosheid ontmoedigd.

Het effect zal vooral preventief zijn, gelet op de bijkomende drempel die ingebouwd wordt voor werkgever en werknemer. Daarnaast zullen ook meer gerichte controles mogelijk worden.

 

Bron: persbericht van het kabinet van de minister van Werk