De minister van Werk geeft de sociale partners tot 31 december 2011 de tijd om het vraagstuk van de jaarlijkse vakantie op te lossen

Gepubliceerd op
De Europese Commissie heeft België middels een gemotiveerd advies laten weten dat het de huidige regelgeving in verband met de jaarlijkse vakantie dient te wijzigen.

Aangezien het om een materie gaat die in overleg met de sociale partners moet worden geregeld, had de minister de Nationale Arbeidsraad (NAR) eind 2008 al opgedragen haar de mogelijke oplossingen te bezorgen waarover in haar schoot consensus kon worden gevonden en die tegemoet kwamen aan de opmerkingen van de Commissie. Sinds 2009 werden hierover binnen de NAR verschillende vergaderingen opgezet.

De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid had een nota opgesteld met verschillende concrete oplossingen om de werknemers toe te laten gedurende hun eerste werkjaar over vakantiedagen te beschikken. Die nota werd bezorgd aan de sociale partners, die echter andere pistes wensten open te laten.

De minister wijst er op dat de tijd dringt en dat voor 31 december 2011 knopen moeten doorgehakt worden. Indien de NAR binnen die termijn geen positie inneemt, zal de volgende regering – of bij gebrek eraan, de huidige regering in lopende zaken – haar verantwoordelijkheid dienen op te nemen en zelf een wetsontwerp neerleggen dat binnen de termijn die de Commissie oplegt, aan haar opmerkingen tegemoetkomt.

Bron: persbericht van het kabinet van de minister van Werk