Eenheidsstatuut: extra voorstelling van de nieuwe regelgeving op 25 februari 2014

Gepubliceerd op

Op 7 juli 2011 velde het Grondwettelijk Hof een arrest dat een proces in gang heeft gezet dat bepalend is voor de evolutie van ons arbeidsrecht.
In antwoord op een prejudiciële vraag, oordeelde het Hof meer bepaald dat het feit dat er verschillende regels bestaan inzake opzeggingstermijnen en inzake carensdag in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval naargelang de werknemer als arbeider dan wel als bediende wordt gekwalificeerd, een ongelijkheid uitmaakt die de Grondwet schendt. Het Hof gaf de wetgever twee jaar de tijd om een einde te stellen aan deze ongelijkheid.Na lange en moeilijke onderhandelingen tussen de sociale partners en binnen de Regering werd een compromis aangenomen begin juli 2013.

Dit compromis werd uiteindelijk vertaald in de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen, die zopas in werking trad op 1 januari jl.
Deze nieuwe bepalingen die de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten grondig wijzigen :
 

  • voeren een nieuw regime in om ontslag te nemen en te geven dat voor alle werknemers hetzelfde is ongeacht men arbeider of bediende is;
  • respecteren de "verworven rechten" uit het verleden van zowel de werknemers als de werkgevers teneinde een houdbare overgang van het oude naar het nieuwe regime te verzekeren;
  • benadrukken de inzetbaarheid van de werknemers om hun reïntegratie op de arbeidsmarkt te verzekeren;
  • schaffen de proefperiode af;
  • schaffen de carensdag af en preciseren de wijzen van informatie en controle van de arbeidsongeschiktheid.

De infosessie van 25 februari 2014 is erop gericht nuttige informatie te geven met het oog op de toepassing van de nieuwe regelgeving.