Hervorming van het adoptieverlof: nieuwe regels

Gepubliceerd op

Zoals al eerder aangekondigd, is de wet van 6 september 2018 tot wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof op 1 januari 2019 in werking getreden. Deze wet van 6 september 2018 wordt op haar beurt zelf gecorrigeerd door hoofdstuk 19 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (BS 17 januari 2019).
 

Voor wat het adoptieverlof betreft, wijzigt de wet van 6 september 2018 artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het gaat hoofdzakelijk om de volgende wijzigingen:
 

  • Afschaffing van de leeftijdsvoorwaarde van het kind: voorheen was de uitoefening van het recht op adoptieverlof beperkt tot de kinderen van minder dan 8 jaar. De duur varieerde van 4 tot 6 weken naargelang het kind jonger of ouder dan 3 jaar was. Voortaan wordt de leeftijdsvoorwaarde afgeschaft: de leeftijd speelt geen rol zolang het kind maar minderjarig is.
      
  • Duur van het verlof: elke adoptieouder heeft nu recht op een adoptieverlof van zes weken. Er is voorzien dat dit verlof geleidelijk aan zal worden opgetrokken vanaf 1 januari 2019 tot 1 januari 2027: om de twee jaar zal er telkens één week bijkomen. Deze bijkomende weken moeten ingeval van twee adoptieouders onder hen worden verdeeld. (Voorbeeld: op 1 februari 2019 adopteert een koppel, die allebei werknemer zijn, een kind. Ze zullen beiden het recht hebben om zes weken verlof op te nemen. Vanaf 1 januari 2019 voorziet de wet dat het adoptieverlof met één bijkomende week kan worden opgetrokken. Deze bijkomende week zal door één van beide adoptieouders kunnen worden opgenomen).
      
  • Interlandelijke adoptie: om het recht op adoptieverlof te kunnen uitoefenen, moet het verlof in beginsel een aanvang nemen binnen de twee maanden volgend op de inschrijving van het kind bij zijn nieuwe familie. Dit principe is niet gewijzigd. In geval van interlandelijke adoptie voorziet de wet niettemin in een uitzondering op dit aanvangsmoment door het recht op verlof voor de ouders te openen vanaf de dag na de goedkeuring van de beslissing door de bevoegde centrale autoriteit van de gemeenschap om het kind aan de adoptant toe te vertrouwen overeenkomstig artikel 361-3, 5° of artikel 361-5, 4° van het Burgerlijk Wetboek. Bedoeling is dat de ouders die een kind adopteren in het kader van een interlandelijke adoptie hun verlof vroeger kunnen aanvatten zodat ze het kunnen aanwenden om het kind in de staat van herkomst op te halen met het oog op zijn daadwerkelijk onthaal in het gezin.
      
  • Verwittigingtermijn: de werknemer die adoptieverlof wil opnemen dient zijn werkgever hiervan ten minste één maand vooraf schriftelijk op de hoogte te brengen. De wet voorziet voortaan dat deze termijn in overeenstemming tussen de werkgever en werknemer kan worden ingekort

Voor vragen met betrekking tot de financiering van dit type van verlof, dient u zich te wenden tot uw ziekenfonds.  

Bron: Wet van 6 september 2018 tot wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof, die op 1 januari 2019 in werking is getreden (BS 26 september 2018), zoals gewijzigd door hoofdstuk 19 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, met inwerkingtreding op 31 december 2018 (BS 17 januari 2019).