Loonnorm blijft sanctioneerbaar

Gepubliceerd op

Vandaag verscheen een bericht in de media dat de sancties op het overtreden van de loonnorm zouden weggevallen zijn. Dit bericht is onjuist. De loonnorm is van toepassing en zal gecontroleerd en gesanctioneerd worden conform de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de tewerkstelling en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

De minister van Werk herinnert er bovendien aan dat zij de sectorale Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s) die de loonnorm manifest overtreden, niet algemeen verbindend zal verklaren en dat de inspectiediensten hun werk zullen doen.

De betrokken dienst van de FOD Werkgelegenheid toont in een juridische analyse hieronder het bestaan van zowel de controle als van de sancties aan.

 1.         Basiswet voor sanctionering van de loonnorm 

Artikel 9, §1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de tewerkstelling en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen stelt de verplichting in om de loonnorm te respecteren:

“De in de artikelen 6 en 7 bedoelde marge voor de loonkostenontwikkeling mag niet worden overschreden door overeenkomsten op intersectoraal, sectoraal, bedrijfs- of individueel niveau. (1) 

De door de Koning aangewezen ambtenaren oefenen toezicht uit op de naleving van de verplichting bedoeld in het eerste lid. (2) 

De vaststelling van het niet-naleven van de verplichting bedoeld in het eerste lid gebeurt door middel van een proces-verbaal dat bewijskracht heeft tot het tegendeel bewezen is op voorwaarde dat een afschrift daarvan aan de werkgever wordt medegedeeld binnen een termijn van veertien dagen die een aanvang neemt de dag na het onderzoek bij de werkgever. (3) 

Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig het bepaalde in het vorig lid en overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. (4) 

Ten aanzien van de werkgever die de verplichting bedoeld in het eerste lid niet naleeft, kan een administratieve geldboete van 10 000 tot 200 000 frank worden opgelegd. (5) 

De door de Koning aangewezen ambtenaar beslist, nadat de werkgever de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voren te brengen, of wegens de niet-naleving van de in het eerste lid bedoelde verplichting een administratieve geldboete moet worden opgelegd. (6)” 

Het eerste lid (zie 1) stelt de sanctioneerbare gedraging in ten aanzien van de individuele werkgever.

Het tweede en het vierde lid (zie 2 en 4) zijn de bepalingen die de Koning machtigen de toezichthoudende ambtenaren aan te duiden. Het vierde lid (4) geeft aan dat de toezichthoudende ambtenaren hun toezicht uitoefenen volgende de (oude en door het Sociaal Strafwetboek opgeheven) wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. Alle principes van deze oude wet werden hernomen in het nieuwe Sociaal Strafwetboek (Boek I, Titel 1 en 2, Hoofdstuk 2). Ze blijven dus onverkort van toepassing, ook na de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek.

De toezichthoudende ambtenaren werden aangeduid bij koninklijk besluit van 16 april 1998 tot uitvoering van artikel 9, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de tewerkstelling en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Het derde lid (3) is de bepaling die de vaststelling van inbreuken bij proces-verbaal regelt en de termijn waarbinnen van de overtreding aan de werkgever kennis moet worden gegeven aan de werkgever. Deze bepaling is een autonome bepaling die buiten het Sociaal Strafwetboek om is geregeld en autonoom blijft voortbestaan, ongeacht de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek.

Het vijfde lid (zie 5) stelt de administratieve geldboete in op de overtreding van de loonnorm, met name op de onder 1 vermelde verplichting ten aanzien van de werkgever. Deze geldboete is nog in Belgische frank gesteld maar de administratieve geldboete-bedragen moeten gelezen worden als bedragen in euro krachtens de wet van 26 juni 2000 betreffende de euro. 

Het zesde lid (zie 6) duidt de ambtenaar aan die gemachtigd is om de administratieve geldboete op te leggen.  Deze ambtenaar werd aangeduid bij koninklijk besluit van 6 september 1998 tot aanwijzing van de ambtenaar die bevoegd is om de bij artikel 9, § 1, zesde lid van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de tewerkstelling en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen bepaalde administratieve geldboete op te leggen en is nog steeds onverkort van toepassing.

De wet van 30 juni 1971 werd door het Sociaal Strafwetboek opgeheven vanaf 1 juli 2011 maar alle principes, voorwaarden en modaliteiten om de administratieve geldboete met betrekking tot de overtreding van de loonnorm op te leggen onder het regime van de vroegere wet van 30 juni 1971 werden overgenomen in Hoofdstuk 3 van Titel 4 van Boek I van het nieuwe Sociaal Strafwetboek.

2.         Conclusie met betrekking tot de sanctioneerbaarheid van de loonnorm 

De overtreding van de verplichtingen inzake de loonnorm blijft onverkort sanctioneerbaar, zowel voor de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek als erna.

De administratieve geldboete werd wettelijk ingesteld en is nog altijd van toepassing.

Bron: persbericht van het kabinet van de Minister van Werk