Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen : in voege sedert 1 januari 2008

Gepubliceerd op

Premies toekennen aan werknemers in functie van de collectief bereikte resultaten is een steeds weerkerende vraag van de werkgevers. In oktober 2007 hebben de sociale partners een akkoord bereikt dat een stelstel van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in een wettelijk kader definieert (wet van 21 december 2007). De vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers hebben hierover in de Nationale Arbeidsraad een CAO gesloten (CAO nr. 90 van 20 december 2007).

Concreet kan een werkgever sinds 1 januari 2008 het initiatief nemen om een stelstel van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in te voeren in zijn onderneming. Dit dient te gebeuren door het sluiten van een CAO. Wanneer er geen vakbondsafvaardiging bestaat, heeft de werkgever de keuze tussen een CAO of een toetredingsakte.

De CAO of de toetredingsakte moet de doelstellingen, de te bereiken resultaten en de bedragen van de toegekende premies bevatten. Deze voordelen kunnen in geen enkel geval andere reeds uitgekeerde premies of verloningen vervangen (lonen en andere extra-legale voordelen zoals maaltijdcheques).

Voor de werkgever is de premie onderworpen aan een bevrijdende heffing van 33%. De premie en de bijzondere heffing zijn voor de werkgever aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.

Het bedrag van de jaarlijkse premie is door de wetgever vastgelegd op 2.200 euro netto per werknemer. De werkgever heeft steeds de mogelijkheid dit bedrag te overschrijden, maar kan dan niet meer genieten van het voordelig belastingtarief.

U vindt meer informatie over de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het thema Arbeidsreglementering.