Nieuwe regels inzake arbeidsongeschiktheid

Gepubliceerd op

 

De wet van 20 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid werd op 30 december 2016 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze wet treedt in werking op 9 januari 2017.

1. Deze wet regelt de aspecten met betrekking tot het arbeidsrecht in geval van een gedeeltelijke werkhervatting (aangepast of ander werk) na een periode van arbeidsongeschiktheid (in toepassing van in artikel 100, §2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994).

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ondergaat hierdoor verschillende wijzigingen die meer bepaald betrekking hebben op:

 

  • de impact van de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk op de initiële arbeidsovereenkomst,
  • de berekening van de opzeggingsvergoeding in geval van verbreking tijdens de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk en
  • op de verplichting voor de werkgever om het gewaarborgd loon te betalen tijdens deze periode.

 

Deze maatregelen hebben tot doel rechtszekerheid te bieden in de arbeidsrelatie tijdens de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk. Met dit doel voor ogen worden een aantal duidelijke principes naar voren geschoven met betrekking tot het lot van de arbeidsovereenkomst die de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk voorafgaat. Deze nieuwe regels bieden de  partijen ook de mogelijkheid om in een bijlage de belangrijkste elementen van de arbeidsrelatie tijdens de periode van uitvoering van het aangepast of ander werk overeen te komen. Tot slot wordt de actuele praktijk van het RIZIV met betrekking tot het gewaarborgd loon bevestigd in de wet van 3 juli 1978, wat de coherentie tussen de bepalingen van het arbeidsrecht en de bepalingen van het socialezekerheidsrecht verzekert.

2. Daarnaast voert deze wet een nieuwe regeling in met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in geval van definitieve arbeidsongeschiktheid bij de werknemer.

Deze regeling komt in de plaats van de regeling die werd ingevoerd door artikel 2 en 3 van de wet van 27 april 2007 houdende diverse bepalingen, maar die sindsdien nog niet in werking was getreden. De voormelde twee artikelen worden dan ook weer ingetrokken.

In de regeling die thans wordt ingevoerd wordt een aangepast artikel 34 ingevoerd in de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.

In dit aangepaste artikel 34 wordt bepaald dat een beroep op beëindigende overmacht wegens definitieve arbeidsongeschiktheid slechts mogelijk is nadat het re-integratietraject van de werknemer die het overeengekomen werk definitief niet kan uitoefenen, vastgesteld krachtens de Welzijnswet van 4 augustus 1996, is beëindigd. De regels m.b.t. dit re-integratietraject zijn vastgelegd in de nieuwe afdeling 6/1 van het K.B. Gezondheidstoezicht van 28 mei 2003. De tekst van het aldus gewijzigde K.B. van 28 mei 2003 zal nadien worden gecodificeerd in het kader van de werkzaamheden m.b.t. de codex over het welzijn op het werk.

Op die manier wordt tegelijk ook een concreet gevolg gegeven aan de Europese rechtspraak in verband met de verplichting tot het uitvoeren van ”redelijke aanpassingen” ten aanzien van definitief arbeidsongeschikte werknemers.