Nieuwe reglementering over vorming en bijscholing van preventieadviseurs

Gepubliceerd op

Volgens artikel 22 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk moeten preventieadviseurs in bedrijven met een verhoogd risico (dit zijn de zogenaamde bedrijven A en B) een aanvullende vorming volgen. De preventieadviseurs, bevoegd voor arbeidsveiligheid, van de externe diensten moeten deze vorming ook gevolgd hebben.

Het koninklijk besluit van 10 augustus 1978 beschreef de inhoud van de vorming en legde voorwaarden op aan de organisatoren van de vorming. Na bijna dertig jaar, maar vooral omwille van de nieuwe principes ingevoerd door de wet welzijn op het werk, werd dit koninklijk besluit vervangen door het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.

Bij het thema "Welzijn op het werk > Organisatorische structuren > De preventieadviseur > Vorming van de preventieadviseur" vindt u een overzicht van de belangrijkste nieuwigheden inzake vorming van preventieadviseurs.

De cursussen die erkend waren op basis van het koninklijk besluit van 10 augustus 1978 blijven geldig voor de duur van hun erkenning.