Ontwerp van Programmawet goedgekeurd: enkele belangrijke maatregelen werkgelegenheid

Gepubliceerd op

Vice-Eerste minister en minister van Werk, Joëlle Milquet, heeft de goedkeuring aangekondigd van het ontwerp van de Programmawet op 16 juni 2011 door de Kamer van volksvertegenwoordigers. De Programmawet bevat verschillende belangrijke maatregelen inzake werkgelegenheid. Het gaat met name om:

  • de definitieve uitbreiding van de voordelen van de herstructureringskaart naar werknemers ontslagen in het kader van een faillissement;
  • de veralgemening van de elektronische aangifte van de tijdelijke werkloosheid;
  • de versterking van de strijd tegen de fraude in het stelsel van de dienstencheques.
1. Definitieve uitbreiding van de voordelen van de herstructureringskaart naar werknemers ontslagen in het kader van een faillissement

In het kader van de crisismaatregelen die medio 2009 in het leven waren geroepen, heeft de federale regering de voordelen van de herstructureringskaart wat betreft de vermindering van patronale en persoonlijke bijdragen, uitgebreid tot de werknemers die ontslagen werden ten gevolge van een faillissement.
Deze maatregel, die al verschillende keren werd verlengd, was van toepassing op werknemers die ontslagen waren in de periode tussen 1 juli 2009 tot einde januari 2011. De maatregel wordt nu definitief.

2. Veralgemening van de elektronische aangifte van de tijdelijke werkloosheid

In het kader van de wetgeving inzake tijdelijke werkloosheid voor bedienden, werd voorzien dat de aangifte daarvan verplicht op elektronische wijze moest gebeuren.
Sinds de inwerkingtreding van deze maatregel voor bedienden, heeft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) vastgesteld dat deze procedure vele voordelen met zich meebrengt: tijdwinst bij de codering, meer juridische zekerheid, minder kans op fouten, grotere controlecapaciteit, enzovoort. Bovendien lijkt deze procedure geen problemen te stellen voor de betrokken ondernemingen, noch voor de KMO’s noch voor de grotere onder hen. Het ontwerp van Programmawet dat vandaag werd goedgekeurd, veralgemeent deze procedure voor het volledige stelsel van tijdelijke werkloosheid, incluis voortaan dus ook voor de arbeiders.
Op dit ogenblik wordt ongeveer 50 procent van de aangiften op elektronische wijze ingediend. Het nieuwe regime zal van toepassing worden per 1 oktober 2011. De RVA zal niettemin een soepeler houding aanhouden ten overstaan van de ondernemingen en de sociale secretariaten tot begin 2012.
 

3. Versterking van de strijd tegen de fraude in het stelsel van de dienstencheques

Het ontwerp dat vandaag werd goedgekeurd bevat ook verschillende wijzigingen in de wetgeving op de dienstencheques waarmee de federale regering haar wil vertaalt om beter tegen eventuele misbruiken in die sector op te treden.

a. Versterking van de erkenningsvoorwaarden

Om een erkenning te bekomen, zullen de ondernemingen voortaan verplicht worden om deel te nemen aan een informatiesessie van RVA. Bovendien zullen de ondernemingen die een erkenning vragen, niet langer bestuurders, zaakvoerders of lasthebbers mogen hebben die betrokken waren bij een faillissement of liquidatie gedurende de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning.

b. Sanctionering van gebruikers die wetens en willens aan een inbreuk vanwege de onderneming hebben meegewerkt

Een nieuwe bepaling wil de gebruikers sanctioneren die opzettelijk hebben deelgenomen aan een inbreuk die gepleegd werd door de onderneming. Zij kunnen niet alleen niet langer dienstencheques bestellen of gebruiken, maar RVA kan ook de terugbetaling vragen van de federale tegemoetkoming van de dienstencheques.

c. Verruimde sanctionering voor erkende ondernemingen die de wettelijke of reglementaire bepalingen niet hebben gerespecteerd

 Het ontwerp van Programmawet laat RVA eveneens toe het bedrag van de aanschafprijs van de dienstencheques te recupereren boven de federale tegemoetkoming bij de erkende onderneming als deze laatste de wettelijke en reglementaire voorwaarden niet heeft nageleefd.
Momenteel kan de RVA inderdaad alleen de federale tegemoetkoming recupereren, niet het deel betaald door de gebruiker, en dit ondanks het feit dat de onderneming een inbreuk heeft gepleegd.

d. Beroepen inzake dienstencheques

Ten slotte preciseert het ontwerp van Programmawet ook dat de beroepen die tegen de beslissingen van de RVA in het kader van de reglementering dienstencheques ingesteld worden, voortaan onder de bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken vallen, met uitzondering van de beroepen tegen de toekenning, weigering of intrekking van de erkenning die onder de hoede van de Raad van State blijven.
Tot op vandaag bestond er geen specifieke bepaling die voorzag welke rechtsmacht bevoegd was om de betwistingen inzake dienstencheques te behandelen. Ze werden daarom ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg, op basis van de algemene bevoegdheid van deze laatste.
Deze situatie was niet erg bevredigend, met name omdat er geen enkele specifieke termijn voorzien is om deze beroepen voor de rechtbank van eerste aanleg in te dienen. Daardoor werd de termijn van 10 jaar toegepast, zoals voorzien in het gemeen recht. Welnu, deze termijn vormde een bron van juridische onzekerheid.

Dat de arbeidsrechtbank bevoegd gemaakt wordt voor beroepen inzake dienstencheques is coherent met de regels die in voege zijn voor andere beroepen tegen beslissingen genomen door de RVA (werkloosheid, loopbaanonderbreking, brugpensioen, enzovoort), aangezien deze ook voor de arbeidsrechtbank gebracht worden.

 

Bron: persbericht van het kabinet van de minister van Werk