Peeters en Tommelein verwelkomen resolutie over sociale dumping van de meerderheidspartijen

Gepubliceerd op

Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten Kris Peeters en Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Bart Tommelein verwelkomen de resolutie van de meerderheidspartijen om de sociale dumping strenger aan te pakken. De resolutie strookt met het actieplan sociale dumping van Bart Tommelein, dat op de Ministerraad van 5 december 2014 werd goedgekeurd, en tevens is opgenomen in het actieplan sociale fraude van 3 april 2015.

Kris Peeters: “We moeten eensgezind werken om de sociale dumping tegen te gaan. De strijd tegen sociale dumping is van cruciaal belang als we de vele duizenden jobs in arbeidsintensieve sectoren als de bouw en de transport willen veiligstellen en de bedrijven en KMO’s in die sectoren kansen op groei willen bieden. We moeten ervoor zorgen dat onze bedrijven de concurrentie kunnen aangaan. Dat doen we door de strijd tegen sociale dumping op te voeren én door onze inspanningen om de loonlasten te verlagen. Volgend jaar volgt bijvoorbeeld een structurele verlaging van de loonlasten met 960 miljoen euro.

Bart Tommelein: “Eén van mijn eerste initiatieven als staatssecretaris, was het opstellen van een actieplan sociale dumping. De strijd tegen sociale dumping is voor mij een topprioriteit. Daarom heb ik begin dit jaar ronde tafels opgestart met sectoren als de bouw en de transport. Samen met werkgevers, vakbonden en mijn bevoegde collega-ministers wil ik zo snel mogelijk concrete maatregelen uitwerken. De eerste conclusies van de ronde tafel bouw zullen we begin juli reeds kunnen voorstellen, en met de bevoegde ministers de verdere concretisering bespreken”.

Kris Peeters werkt binnen zijn eigen bevoegdheden aan een aantal initiatieven om de sociale dumping verder te bestrijden:

1. Omzetting handhavingsrichtlijn
De vice-eersteminister bereidt momenteel de omzetting van de handhavingsrichtlijn voor. Een voorontwerp van wet werd al voorgelegd aan de sociale partners van de bouwsector. In een volgende fase wordt dit aan de Nationale Arbeidsraad voorgelegd.

2. Versterking inspectiediensten
Daarnaast werden bij de begrotingscontrole van maart dit jaar meer middelen toebedeeld aan de inspectiediensten van onder andere de RVA, zodat voldoende personeel beschikbaar is om de strijd tegen de sociale fraude en dumping op te voeren.

3. Evaluatie Arbeidsrelatiewet
Kris Peeters zal, in samenwerking met minister Borsus en staatssecretaris Tommelein de arbeidsrelatiewet evalueren. Het doel daarvan is de strijd tegen de schijnzelfstandigheid meer kracht te geven. Het advies van de sociale partners werd hierover gevraagd.

4. Sectorale focus: gerichte maatregelen voor sectoren die erg getroffen worden door sociale dumping

  • Wat de bouwsector betreft, zal de elektronische C3,2A kaart worden ingevoerd in plaats van een papieren versie. Deze kaart vullen de bouwvakker en andere werknemers in wanneer hij gebruik maakt van de tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen of onwerkbaar weer. Tegelijk onderzoeken we of de samenwerking tussen de fiscus en de FOD WASO kan worden verbeterd. Zo kunnen het aantal verlengingen van detacheringen in de bouwsector beter gecontroleerd worden en gaan we carrousels van opeenvolgende tijdelijke detacheringen tegen.

Daarnaast zal de website www.minimumlonen.be van de FOD Werkgelegenheid worden vereenvoudigd, zodat deze nog toegankelijker wordt voor buitenlandse bedrijven en (gedetacheerde) werknemers.

Kris Peeters zal ook onderzoeken of de gegevens in de KBO-databank beter kunnen worden beheerd en actueel gehouden, teneinde fictieve constructies op te sporen. Ook zal de economische inspectie meer en gerichtere controles op de CE-markering (Europese conformiteit) van bouwmaterialen uitvoeren, want het gebruik van niet-conforme bouwmaterialen leidt eveneens tot oneerlijke concurrentie en dumpingprijzen.

  • In de transportsector, pleit de vice-eersteminister voor een evaluatie van de aanpak van controles door de inspectiediensten, zodat gezamenlijke acties door de verschillende inspectiediensten kunnen worden uitgebreid.

Staatssecretaris Bart Tommelein voegt daaraan toe:

  • Samenwerking Benelux
Bart Tommelein heeft een intentieverklaring voorgelegd aan Nederland en Luxemburg om schijnconstructies, frauduleuze uitzendkantoren en uitkeringsfraude samen aan te pakken. Binnen de Benelux zullen we niet alleen gemeenschappelijke controles uitvoeren, maar ook expertise delen, gegevens uitwisselen, databanken matchen,...

  • Centraal meldpunt
Om ervoor te zorgen dat elke melding van sociale dumping bij de juiste dienst terechkomt en goed opgevolgd wordt, komt er een centraal meldpunt. Tijdens de begrotingscontrole werd daarvoor budget voorzien. De FOD Werkgelegenheid is volop bezig met de uitwerking van dit meldpunt.

  • RSZ innen in België en doorstorten naar land van oorsprong
Momenteel wordt er vaak noch in België noch in het land van oorsprong sociale zekerheid betaald. Door dit bedrag in België te innen en het door te storten, vangen we twee vliegen in één klap. Door de extra inkomsten voor het oorsprongsland zal de bereidheid om mee te werken groeien, en roepen we tegelijkertijd de sociale dumping in ons land een halt toe. Dit actiepunt staat in het actieplan sociale dumping van de regering.

Ik ben verheugd dat de meerderheidspartijen in het parlement, net zoals de regering, het thema van de sociale dumping hoog op de agenda zetten. Maar sociale dumping is ook een Europees probleem. Het is dus goed nieuws dat Europees commissaris Marianne Thyssen de spelregels van detachering en de handhaving erop wil evalueren en bijsturen in haar ‘mobility package” aldus Bart Tommelein.

Sociale dumping is een fenomeen dat onze economie grote schade toebrengt. We moeten samenwerken om deze schadelijke evolutie terug te draaien. Ik verwelkom daarom alle initiatieven die hiertoe bijdragen. De meerderheidspartijen geven een degelijke aanzet en ook de sector en de sociale partners zitten met ons rond de tafel om oplossingen te zoeken. Dit blijft dan ook een prioriteit voor de regering en voor mijzelf als minister van Werk en Economie”, besluit Kris Peeters.