Tewerkstellingsmaatregelen in kader van relancestrategie

Gepubliceerd op

Naar aanleiding van de budgettaire controle heeft de regering haar relancestrategie voorgesteld. Dit bevat een reeks van maatregelen rond werkgelegenheid, die steunen op vijf pijlers :

  • De creatie van werk 
  • De toegang tot werk 
  • Een hogere verloning 
  • Het behoud van werk
  • Deeltijds werk (minimum 4/5 tijds)

Naast de creatie van extra tewerkstelling richten deze maatregelen zich in grote mate op jongeren en oudere werknemers aangezien bij deze leeftijdscategorieën het tewerkstellingspercentage het zwakst is.

Jonge werkenemers

De jongerenwerkloosheid in ons land bedraagt zoals gezegd 18,7%.
Verschillende maatregelen werden getroffen :

1. De “wachttijd” wordt een periode om ervaring op te doen: creatie van 10000 stages

Vanaf 2013 wordt een jaarlijks contingent van 10.000 instapstages voor schoolverlaters met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs ter beschikking gesteld. De jongere krijgt de kans een eerste werkervaring op te doen en ontvangt vervroegd ’zijn inschakelingsuitkering, aangevuld met een vergoeding van de werkgever. Samen geeft dat vandaag 898 euro per maand. De werkgever krijgt zo de kans te zien wat de jongere in zijn mars heeft zonder aanwervingsverplichting. Hij moet wel instaan voor begeleiding en opleiding van de jongere, gelinkt aan de uitgeoefende functie.

Deze 10.000 instapstages worden over de Gewesten verdeeld volgens hun aandeel in de niet-gekwalificeerde uitstroom volgens de Europese Arbeidskrachtenenquête.
Opdat werkgevers voor een kwalitatieve omkadering zorgen, zal, naast een vereenvoudiging van het systeem, de lastenverlaging voor mentoren verdubbeld worden tot 800€ per kwartaal. Mentoren zijn werknemers die minimaal 5 jaar ervaring hebben en een speciale “mentoropleiding” hebben gehad. Deze mentoropleidingen worden ook terugbetaalbaar in het kader van het betaald educatief verlof.

2. Alternerend leren en stageplaatsen opwaarderen

We willen niet alleen de 10.000 instapstages realiseren.
We vragen aan alle werkgevers samen om voor een equivalent van 1% van het personeelsbestand vormen van werken en leren (via het klassiek alternerend leren, IBO’s, instapstages,….) te realiseren.

3. Beroepsopleiding en het volgen van studies ondersteunen

Als extra aanmoediging worden voor de jongeren die tijdens hun beroepsinschakelingstijd een erkende beroepsopleiding of een instapstage volgen, maximum 96 dagen opleiding/stage in aanmerking genomen als gewerkte dagen voor de toelating tot het recht op werkloosheidsuitkeringen.
Daarnaast worden voor werklozen die studies volgen die toeleiden tot een knelpuntberoep , die een opleiding tot zelfstandige volgen, of die een opleiding als kandidaat-ondernemer volgen in het kader van een overeenkomst met een activiteitencoöperatie het bedrag van hun uitkeringen, de werkloosheidsuitekering bevroren tot op het eind van de studies.

4. De doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren wordt hervormd

Diverse studies tonen het aan: hoe hoger het diploma, hoe meer kans op een job.

De bestaande maatregelen rond lastenverlagingen worden daarom meer gericht ingezet ,voor een kortere periode en voor een forser bedrag. Daartoe wordt de algemene vermindering voor jongeren met een laag loon afgeschaft en worden de vrijgekomen middelen ingezet voor erg-laaggeschoolde, laaggeschoolde en middengeschoolde jongeren.

Als de werkgever een erg-laaggeschoolde- of een laaggeschoolde jongere (geen diploma secundair) aanneemt, kan hij daardoor rekenen op een extra loonlastverlaging. Er komt ook een loonlastverlaging voor middengeschoolde jongeren (enkel diploma secundair) die al minstens zes maanden werkzoekend of mindervalide zijn.  

 

  1ste periode  2de periode   

laaggeschoolden 

   

Nu

1000 euro/acht trimesters 400 euro/per trimester tot 26 jaar

Nieuw

1500 euro/acht trimesters 400 euro/vier trimesters

 Erg laaggeschoolden 

   

Nu

1000 euro/16 trimesters  400 euro/per trimester tot 26 jaar

Nieuw

1500 euro/12 trimesters  400 euro/vier trimesters

Middengeschoolden 

   

Nu

/ /

Nieuw

 1000 euro/vier trimesters   

 

Meer kansen voor ouderen

Werkgevers aanmoedigen om ouderen aan boord te houden.

Veel 50-plussers willen nog graag werken maar komen moeilijk aan de bak. We zullen werkgevers daarom een sterkere financiële prikkel geven om oudere werknemers aan het werk te houden en ook aan te werven. Er komt een lastenvermindering van 400 euro per kwartaal voor werknemers vanaf 54 jaar , van 1000 euro per kwartaal vanaf 58 jaar en van 1350 euro vanaf 62 jaar. Een forser bedrag van vandaag dus , en dat is mogelijk doordat deze maatregel voortaan gericht wordt op werknemers met een laag- of middenloon. Groepen waar dat eigenlijk niet nodig, is, bijvoorbeeld kaderleden, komen dus niet in aanmerking.

Voltijds werken aanmoedigen

Momenteel worden werkgevers aangemoedigd om deeltijdse arbeidsplaatsen aan te bieden, via een meer voordelige berekening van de sociale bijdragenverminderingen. Deze maatregel werd in het leven geroepen in een tijd waarin er volop werd ingezet op arbeidsherverdeling.

Die context is nu veranderd . De extra vermindering van bijdragen voor de werkgever bij deeltijds werk wordt daarom getemperd om werkgevers aan te moedigen mensen meer voltijdse of 4/5de contracten te geven. Deeltijdse werknemers die graag meer zouden werken krijgen daartoe meer kansen.
De vrijgekomen middelen worden ingezet voor het optrekken van de lagelonengrens (zie later).

Werken meer lonend maken

Werken is uiteraard sowieso lonend, maar in sommige situaties is een extra stimulans gewenst. Bij lage lonen is, door de fiscale en parafiscale lasten, het verschil tussen een salaris en een uitkering soms niet erg groot. Men krijgt soms een bruto loonsverhoging die netto amper voelbaar is. Daarom bestaat sinds 1 januari 2000 de werkbonus. De werkbonus is een vrijstelling op de sociale bijdragen van maximaal 175 euro.
De werkbonus wordt nu versterkt voor de lagere lonen zodat de werknemer netto meer overhoudt. De maatregel zal het meest voelbaar zijn bij de brutolonen tussen 1700 en 1850 euro (niveau waar de meeste sectorale minimumlonen zich situeren).

Meer jobs creëren

  • Uit diverse studies blijkt dat loonkostenverlagingen op de eerder lage lonen het grootste tewerkstellingseffect hebben. Binnen de structurele lastenvermindering bestaat een zogenaamde lagelonencomponent. Dit betekent dat de werkgevers minder bijdragen betalen voor werknemers met de laagste lonen. We zullen die grens (tot waar die lage lonencomponent geldt) optrekken van 5.883 euro per trimester tot 6.150 euro per trimester, zodat de vermindering van toepassing wordt op meer werknemers, en werkgevers dus meer ruimte krijgen om nieuwe mensen in dienst te nemen of deeltijdse contracten uit te breiden.
  • De versterking van de plusplannen zoals voorzien in het regeerakkoord wordt vervroegd uitgevoerd in januari 2013. Plusplannen maken de eerste drie werknemers goedkoper voor de werkgever. Het is een belangrijke en succesvolle maatregel voor KMO’s die we nu versterken, en die werkgevers ook aanmoedigt om na een instapstage, jongeren aan te werven. 
1e werknemer 1500 euro/vier trimesters  1000 euro/vier trimesters  400 euro/vier trimesters  
2e werknemer 1000 euro/vier trimesters  400 euros/acht trimesters  
3e werknemer 1000 euro/vier trimesters 400 euros/vier trimesters  

 

  • Er worden in 2013, 800 extra aanwervingen in de gezondheidssector voorzien.

Investeren in de vorming van kwetsbare werknemers, zoals jongeren in stage, 50-plussers en mensen met een handicap

Een jaarlijks budget van zes miljoen wordt ingeschreven en dient ter financiering van bijkomende projecten voor risicogroepen.


Bron: persbericht van het kabinet van de minister van Werk