Wijziging algemene regeling op het outplacement bij ontslag met opzeggingsvergoeding

Gepubliceerd op

De wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk heeft een wijziging aangebracht in de algemene regeling op het outplacement in de situatie waarin een werknemer wordt ontslagen met betaling van een opzeggingsvergoeding. 

Wanneer een werknemer wordt ontslagen met betaling van een opzeggingsvergoeding van minstens 30 weken loon, is de werkgever verplicht om een ontslagpakket aan te bieden aan de ontslagen werknemer.   Dit ontslagpakket bestaat enerzijds uit een outplacementbegeleiding van 60 uur, en anderzijds uit de wettelijke opzeggingsvergoeding waarvan 4 weken loon mogen worden afgetrokken (dit ter compensatie van de outplacementkost die de werkgever moet dragen).

Het kan echter gebeuren dat op het ogenblik van het ontslag blijkt dat de werknemer omwille van medische redenen de outplacementbegeleiding nooit zal kunnen volgen.  Daar past de wet houdende diverse bepalingen inzake werk nu een mouw aan.  Wanneer in dergelijke situatie de werknemer binnen de 7 dagen na kennisname van het ontslag  kan aantonen dat hij om medische redenen niet in staat is om de outplacementbegeleiding te volgen, vervalt het recht op outplacement.  De werkgever zal in dergelijke situatie dus geen outplacement moeten aanbieden.  Daartegenover staat dan weer dat de opzeggingsvergoeding in dat geval niet zal kunnen worden verminderd met vier weken loon.

Bron:  Wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk