Wijziging van artikel 23 van de loonbeschermingswet

Gepubliceerd op

De Loonbeschermingswet bepaalt in haar artikel 23 op limitatieve wijze de gevallen waarin de werkgever eenzijdig bepaalde sommen op het loon van de werknemer in mindering mag brengen.  Buiten deze expliciete gevallen is het de werkgever niet toegestaan eenzijdig inhoudingen op het loon door te voeren. 

Ingevolge de wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen, die een nieuw lid toevoegt aan dit artikel 23, zal de limitatieve lijst met wettelijk toegelaten eenzijdige inhoudingen op het loon van de werknemer kunnen worden uitgebreid. Concreet zal het voortaan mogelijk zijn om eenzijdige inhoudingen te doen voor bijdragen die de werknemer aan zijn werkgever verschuldigd is voor voorzieningen die deze laatste hem ter beschikking stelt. De wet beperkt de soorten voorzieningen die hiervoor in aanmerking komen echter. Meer bepaald zullen de inhoudingen slechts betrekking kunnen hebben op de soorten voorzieningen opgesomd in artikel 6 van de Loonbeschermingswet (huisvesting, nutsvoorzieningen, genot van grond, voedsel, niet-verplicht gereedschap en arbeidsmaterieel). 

De nieuwe wetsbepaling creëert enkel een kader. Het komt aan de Koning toe de mogelijkheid tot uitbreiding van de lijst met wettelijk toegelaten eenzijdige inhoudingen, op voorstel van het bevoegde paritair comité,  te concretiseren en de toepassingsmodaliteiten van deze nieuwe soort inhoudingen te bepalen (o.a. waardering van de ter beschikking gestelde voorziening, berekening bijdrage van de werknemer …). 

Let op: deze nieuwe kadermaatregel die erop gericht is om de mogelijkheden tot eenzijdige inhoudingen op het loon van de werknemer uit te breiden, kan enkel worden toegepast voor voorzieningen die niet als  loonvoordeel in natura  worden toegekend aan de betrokken werknemer (noch geheel, noch gedeeltelijk). Zo zou de nieuwe kadermaatregel bijvoorbeeld toepassing kunnen vinden in gevallen waarin de werkgever huisvesting ter beschikking stelt van zijn werknemer tegen een bepaalde bijdrage als huurprijs,  op voorwaarde dat deze huisvesting niet reeds bij wijze van loon in natura is toegekend aan deze zelfde werknemer. 

Merk op dat, in de context van een tewerkstelling als seizoenarbeider, deze nieuwe mogelijkheid enkel van toepassing zal kunnen zijn op werknemers die burger zijn van de Europese Unie in de zin van artikel 20, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie