Wijzigingen aan de werkloosheidsreglementering

Gepubliceerd op

Naar aanleiding van de Regeerakkoord van 7 oktober 2014 en bij koninklijk besluit van 30 december 2014 (B.S. van 31 december 2014) werden nieuwe maatregelen in verband met de werkloosheidsverzekering gepubliceerd. Deze maatregelen worden van kracht op 1 januari 2015.

De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:

Reglementering


De gewone regels die gelden voor werklozen worden nu ook van toepassing op oudere werklozen (ook op de oudere werklozen in het SWT, het vroegere brugpensioen), en dit tot de leeftijd van 65 jaar:
  • zij moeten ingeschreven zijn als werkzoekende bij de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling, ongeacht hun leeftijd; 
  • zij moeten beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, ongeacht hun leeftijd; 
  • zij zijn onderworpen aan de procedure inzake controle van actieve beschikbaarheid, ongeacht hun leeftijd; 
  • zij moeten in het bezit zijn van een controlekaart (tot de leeftijd van 60 jaar); 
  • zij moeten hun hoofdverblijfplaats hebben in België en er effectief verblijven, uitgezonderd een verblijf in het buitenland van maximaal 4 weken per jaar; 
  • zij moeten arbeidsgeschikt zijn; bij arbeidsongeschiktheid moeten zij ten laste worden genomen door de ziekte- en invaliditeitsverzekering (dit geldt niet voor werklozen in het SWT, die tijdens ziekteperiodes verder werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten); 
  • om een nevenactiviteit te mogen cumuleren met werkloosheidsuitkeringen moeten zij de activiteit al hebben uitgeoefend tijdens ten minste 3 maanden in de loop van de periode als loontrekkende die aan de uitkeringsaanvraag om werkloosheidsuitkeringen is vooraf gegaan; 
  • werknemers die ontslagen worden in het kader van een herstructurering in een onderneming die een tewerkstellingscel heeft opgericht, zijn verplicht zich in te schrijven in die tewerkstellingscel, ongeacht hun leeftijd. 

Deze nieuwe regels gelden zowel voor zij die werkloos worden na 31 december 2014, maar ook voor zij die daarvoor reeds werkloos waren. Met één uitzondering: zij die op 31 december 2014 tenminste 60 jaar waren en die in 2014 reeds werkloosheidsuitkeringen hebben ontvangen, blijven vrijgesteld van deze verplichtingen.

Aanpassing van het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen


  • de uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid bedragen nog 65% van het begrensde loon (tegenover 70 % vroeger); 
  • werknemers die nog geen pensioen genieten en die nog aan het werk zijn na hun 65ste, kunnen bij tijdelijke werkloosheid genieten van werkloosheidsuitkeringen; 
  • de inkomensgarantie-uitkeringen (aanvullende uitkering bovenop het deeltijds loon voor sommige deeltijdse werknemers) worden anders berekend, wat kan leiden tot een kleine vermindering van de uitkering (zo wordt de werkbonus meegeteld in de berekening van het nettoloon en wordt de uurtoeslag verminderd voor alleenwonenden en samenwonenden zonder gezinslast); 
  • de anciënniteitstoeslag wordt afgeschaft voor nieuwe oudere werklozen. Oudere werklozen die deze toeslag al genoten in december 2014, behouden die onbeperkt in tijd. Voor bepaalde specifieke situaties (bvb. werknemers ontslagen in het kader van een herstructurering) blijft de anciënniteitstoeslag onder bepaalde voorwaarden bestaan, ook voor nieuwe aanvragen na 31 december 2014. 

Afschaffing van de vrijstelling voor sociale en familiale redenen


De vrijstelling voor sociale en familiale redenen kan niet meer worden toegekend. Dit was een regeling waarbij werklozen op vraag konden vrijgesteld worden van de verplichting om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt omwille van sociale of familiale redenen. In die periode ontvingen ze een verminderde forfaitaire uitkering. Werklozen die op 31 december 2014 deze vrijstelling genoten, kunnen voor de rest van de toegestane periode (maximaal 12 maanden) in dit stelsel blijven.

Wijzigingen aan de inschakelingsuitkeringen voor schoolverlaters (de vroegere wachtuitkeringen)


  • De eerste aanvraag om inschakelingsuitkeringen na het volbrengen van de beroepsinschakelingstijd moet worden ingediend vóór de 25ste verjaardag (vroeger vóór de 30ste verjaardag) 
  • De jongere onder de 21 jaar die inschakelingsuitkeringen aanvraagt moet vanaf 1 september 2015 in het bezit zijn van een diploma hoger secundair onderwijs of een alternerende opleiding met succes hebben afgerond. Deze voorwaarde zal dus van toepassing zijn op zij die na het schooljaar 2014-2015 de studies beëindigen 
  • De jongere onder de 21 jaar die niet aan deze voorwaarde voldoet, maar die deze studies wel heeft beëindigd (dus de studies gevolgd tot het einde, maar zonder diploma of getuigschrift), kan pas inschakelingsuitkeringen genieten vanaf zijn 21ste verjaardag. 

Informatie

Voor nadere informatie aangaande deze maatregelen kan de site van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden geraadpleegd.