2013 - Evaluatie van de nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012

Hoofdthema

Nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012, Evaluatie

Subthema

Het huidig syntheserapport is de weerslag van de tenuitvoerlegging van de activiteiten zoals die voorgeschreven werden door de nationale strategie inzake welzijn 2008-2012. De informatie in dit rapport is afkomstig van een evaluatieoefening. Tegelijkertijd komen ook een aantal aanbevelingen aan bod en worden denkpistes naar voren geschoven voor het uitwerken van een nieuwe strategie.

Timing

2012-2013

Opdrachtgever

Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)

Onderzoeksteam

PREVENT, Odette Wlodarski

Onderzoeksopzet

Deze evaluatie werd in kaart gebracht aan de hand van documenten ons overgemaakt door FOD WASO : meer bepaald de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) en de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk (AD TWW). Daarnaast werd ook gebruik gemaakt van een aantal interviews afgenomen bij een aantal personeelsleden van FOD WASO alsook bij andere instanties zoals het Fonds voor Arbeidsongevallen, het kabinet van de minister van tewerkstelling, Monica De Coninck en het kabinet van Staatssecretaris Philippe Courard. Bovendien werden een aantal officiële standpunten en adviezen van verschillende nationale en Europeses organisaties ook in ogenschouw genomen.

De structuur van de interviews (schriftelijk of mondeling) werd ondersteund door een vragenlijst die vooral tot doel had een aantal vragen te beantwoorden die gelinkt waren aan de tenuitvoerlegging van elke actie (middelen), de impact van de actie, de effectiviteit (mogelijkheid om het vooropgezette doel te bereiken) en de context van de uitvoering van de vooropgestelde acties (welke waren de moeilijkheden? waren er niet-beoogde resultaten?).

De informatiegaring tijdens de interviews vormde de basis voor een aantal activiteiten en mogelijke thematieken die een actieterrein kunnen vormen voor een toekomstige strategie. De raadpleging werd naderhand verdergezet aan de hand van een rondetafelconferentie op 7 mei 2013 waarbij experten en sociale partners elkaar ontmoetten. De conferentie gaf de mogelijkheid aan de verschillende spelers om voorstellen en opmerkingen te formuleren waarmee rekening zal gehouden worden bij de definitieve aanbevelingen.

Resultaten

Realisaties van de strategie 2008-2012

De strategie is opgedeeld in 5 programma’s, met 12 belangrijke projecten en meerdere actiefiches per project. Dit hoofdstuk behandelt de synthese van elk van die acties aan de hand van een scoreboard.

Een gedetailleerde weergave actie per actie is terug te vinden in het finaal evaluatierapport. De definitie van de doelstellingen beoogd door elk van de 12 projecten van de strategie 2008-2012 kunt u op deze website raadplegen: Nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012.

Voor het gemakkelijk consulteren van het document werd de nummering van de projecten en de acties behouden.

Het scoreboard werd opgesteld om de realisaties van de strategie in kaart te brengen. Voordeel van dit scoreboard is dat het een totaalbeeld geeft en een soort van maatstaf is inzake realisaties. Maar er zijn ook nadelen aan verbonden namelijk een zelfde waardenschaal (draagwijdte) werd toegekend aan alle opgelijste acties. Dit spruit voort uit de structuur van de strategie zelf die de activiteiten niet gehiërarchiseerd heeft (zie ook Eerste vaststellingen bl. 11). Bovendien heeft de strategie de activiteiten niet onderverdeeld volgens realisatiestadia. Desalniettemin hopen we een degelijk syntheseinstrument aan te leveren.

Evaluatie van de algemene doelstellingen van de strategie 2008-2012

De globale doelstelling (gemeenschappelijk voor alle programma’s) had een continue en homogene vermindering op het oog van arbeidsongevallen en beroepsziekten. De transversale axen die het geheel van de geëvalueerde programma’s kenmerkten waren behalve de globale daling met 25 % van de arbeidsongevallen, het aanzetten tot gedragswijziging bij de werknemers door een cultuur van risicopreventie te stimuleren, de werking van de preventiediensten verbeteren, vooral inzake uitwisseling van gegevens én het versterken van de controle.

  1. Globale daling met 25% van de arbeidsongevallen

    De statistieken van arbeidsongevallen tonen een daling tussen 2008 en 2011 (10%). De vooropgestelde doelstelling werd evenwel niet bereikt, en de daling is ook niet onmiddellijk toe te schrijven aan de uitvoering van de strategie.
  2. Aanzetten tot gedragswijziging bij de werknemers door een cultuur van risicopreventie te stimuleren
    Het bevorderen van een preventiecultuur is de ultieme doelstelling van een strategie inzake welzijn op het werk. De laatste jaren, kreeg het concept « veiligheidscultuur » of « preventiecultuur » een bevoorrechte plaats in de preventiewereld. In de realiteit, wordt dit concept vaak te pas en te onpas gebruikt. Het zou dus aangewezen zijn, om in de context van de tenuitvoerlegging van de strategie, dit goed te definiëren.

    Het dient gezegd te worden, dat inzake integratie van veiligheid en gezondheid op het werk tijdens de opleiding en in het onderwijs (een andere hefboom van de preventiecultuur), er al heel wat projecten gerealiseerd werden. Maar het gaat over een actieterrein waar de opdeling van de bevoegdheden onder verschillende machtsinstanties (federaal en regionaal), concrete actie moeilijk maakt. Desalniettemin, blijven opleiding en onderwijs belangrijke drijfveren voor gedragsverandering en voor het toekomstig gedrag (inzake veiligheid) van werkgevers en werknemers op de werkvloer.
  3. Aanzetten tot gedragswijziging bij de werknemers door een cultuur van risicopreventie te stimuleren
    De preventiestructuren vertaald in interne en externe preventiediensten bepalen de preventiesokkels van de bedrijven. Het is dus heel belangrijk dat die optimaal functioneren. Zoals de evaluatie van programma 1 aangeeft, werd de doelstelling van een optimalisatie van de functionering van de externe diensten (doorlichting van hun organisatie en van hun tarifiëring, niet volledig voltooid. Nieuwe schikkingen inzake controle werden getroffen.

    Het versterken van preventieopdrachten en meer in het bijzonder degene die gelinkt zijn aan het begeleiden van de bedrijven bij de risico-analyse en risico-evaluatie, blijven de actiemiddelen bij uitstek om preventiepratijken te verbeteren in KMO’s. Er dient een functioneringskader geschapen te worden die externe diensten toelaat KMO’s gemakkelijker te bereiken en dit in een bredere context dan dit nu het geval is.

    Deze doelstelling is dus een aandachtspunt voor een toekomstige strategie want de preventiediensten vormen de belangrijkste ondersteuning voor de concretisering van preventieacties in bedrijven en vormen de belangrijkste preventiestructuren in het preventielandschap in België.

Bevindingen inzake de uitvoering van de strategie 2008-2012

  1. Het ontbreken van engagement
  2. De verantwoordelijkheden waren niet duidelijk
  3. Een onvoldoende referentiekader
  4. Het ontbreken van een duidelijke structuur in de definitie van de doelstellingen en de tenuitvoerlegging
  5. Het ontbreken van overleg tussen de betrokken partijen heeft gevolgen op de definitie van de doelstellingen en de tenuitvoerlegging van de strategie
  6. Het ontbreken van communicatie inzake de strategische en operationele doelstellingen
  7. Het ontbreken van continuïteit inzake de definitie van de strategische en operationele doelstellingen en de responsabilisering van werkgevers en werknemers op de werkvloer
  8. Het ontbreken van indicatoren en tools voor monitoring
  9. Het ontbreken van de evaluatie en de opvolging van de evolutie van de doelstellingen

Aandachtspunten voor de nieuwe strategie

  1. Een duurzaam engagement en een nauwe samenwerking, dankzij:
    a) Overleg tussen en met de overheid, sociale partners en alle andere betrokken partijen
    b) Discussie over de gekozen opties
    c) Akkoord over de manier waarop de strategie wordt uitgevoerd en opgevolgd
  2. Een heldere opdeling van de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden door :
    a) Het verdelen van de operationele doelstellingen tussen de verschillende belanghebbende partijen
    b) Akkoorden over de verantwoordelijkheden naargelang de fase van de tenuitvoerlegging
    c) Akkoorden over de ontwikkeling en de terbeschikkingstelling van de indicatoren
  3. Een helder kader zonder dubbele bodems dankzij :
    a) Een beleid van de strategie in de zin van « Ownership » van alle betrokken partijen en de responsabilisering van elk bij de uitvoering van acties die de realisatie beogen van de operationele doelstellingen
  4. De hiërarchisering in de definitie van de doelstellingen en hun uitvoering door :
    a) Het onderscheid te maken tussen strategische en operationele doelstellingen en de activiteiten die de realisatie van de doelstellingen viseren
    b) Het onderscheid te maken tussen operationele doelstellingen op 3 niveau’s (overheid, werkgevers en werknemers) en de opdeling van de bevoegdheden die hieruit voortvloeit
  5. Het overleg voorzien tussen de belanghebbende partijen bij de definitie van de doelstellingen en de tenuitvoerlegging van de strategie, door middel van :
    a) Het betrekken van de NAR (Nationale Arbeidsraad) bij de definitie en tenuitvoerlegging
    b) Een forum te ontwikkelen voor overleg inzake monitoring, opvolging en aanpassing van de strategie aan het operationeel plan
  6. Een gefaseerd plan ontwikkelen die de strategische en operationele doelstellingen in concrete acties omzet voor de werkgevers en werknemers op het terrein met :
    a) Een routebeschrijving (roadmap) die indicatoren en evaluatiemomenten bevat
  7. De uitbouw van een heel aantal indicatoren en monitoring-instrumenten om de beoogde doelstellingen te bereiken, door :
    a) Identificatie van de bestaande kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren en monitoring-instrumenten
    b) De uitbouw van middelen om nieuwe indicatoren en monitoring-tools (panel van experts, bevragingen) te ontwikkelen
    c) Beslissingsname inzake de terbeschikkingstelling van het geheel van noodzakelijke indicatoren
  8. Regelmatige evaluatie door de belanghebbende partijen en communicatie op het terrein (werkgevers, werknemers), door middel van aangepaste kanalen :
    a) Netwerken van de belanghebbende partijen
    b) Website van FOD WASO, Beswic
    c) Persberichten

Mogelijke denkpistes voor de structuur en de inhoud van de toekomstige strategie

De toekomstige strategie zou een structuur kunnen voorstellen met strategische doelstellingen ingedeeld volgens operationele doelstellingen en acties die de realisatie van vooropgestelde doelstellingen beogen.

  • Duurzame tewerkstelling door kwaliteit van het werk
  • Het versterken van de deelname aan de arbeidsmarkt
  • Versterken van de preventiestructuren
  • Het versterken van de preventiecultuur

De aanbevelingen van de NAR (nationale arbeidsraad) in haar advies nr. 1683 van 6 mei 2009 inzake de nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012 blijven geldig. Zij convergeren trouwens op verschillende punten met de vooropgestelde pistes op de verschillende niveaus van de structuur (zie de nummering in de tabel). Hetzelfde geldt voor de adviezen en de suggesties die de neerslag waren van de begeleidingsgroep inzake evaluatie van dezelfde strategie tijdens de rondetafelconferentie van 7 mei 2013. In de bijlage van het huidig rapport is er een werkdocument terug te vinden.

Ter herinnering, hierbij de strategische axen voorgesteld door de NAR in zijn advies van 2009:

  1. Heropbouw en versterking van de opvolging, met het accent op kwantiteit en kwaliteit: structuur van preventie – controle op welzijn
  2. Uitwerking van inspectieactiviteiten op sectorniveau om de moeilijkheden in de toepassing van wetgeving inzake veiligheid het hoofd te bieden : structuur van preventie – controle op welzijn – inspectiemethoden
  3. Versterking van de toegevoegde waarde van de externe preventiediensten : structuur van de preventie
  4. Systematische detectie toegespitst op de recidiverende werkgevers na zware arbeidsongevallen en veelvuldige beroepsziekten : structuur van preventie – inspectiemethoden
  5. Ondersteuning van het preventiebeleid in de KMO’s : doelgroep – KMO
  6. Voorbeeldfunctie van de overheden als opdrachtgever : specifiek risico – specifiek acteur – specifieke actie
  7. Focus op de hiërarchische lijn : structuur van preventie – acteur – specifieke actie
  8. Opleiding van de preventieadviseurs is gericht op de praktijk : structuur van de preventie – doelgroep – specifieke actie
  9. Toepassing van een bonus-malussysteem in de verzekering van de arbeidsongevallen : structuur van preventie – actie
  10. Vergelijkende analyse inzake het risico van een ongeval : structuur van preventie – monitoring
  11. Benadering van nieuwe risico’s : specifieke risico’s – psychosociale risico’s – MSA
  12. Beleid in functie van doelgroepen : doelgroepen
  13. Genderaspect : doelgroep

Publicaties

Eindrapport – Synthese (PDF, 431.83 KB)
Nationale strategie inzake welzijn op het werk 2008-2012, Evaluatie
Odette Wlodarski, prevent, juli 2013 

Rapport final (PDF, 1.1 MB) (enkel beschikbaar in het Frans)
Stratégie nationale en matière de Bien-être au Travail 2008-2012, Evaluation,
Odette Wlodarski, Prevent, Juillet 2013 

Bijkomende inlichtingen

Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek of de publicaties, neem dan contact op met de Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA), E. Blerotstraat 1 - 1070 Brussel, alain.piette@werk.belgie.be.