Borgtocht

Op deze pagina

    In bepaalde gevallen moet de werknemer de goede uitvoering van zijn verplichtingen garanderen door een geldsom als waarborg te geven.  Men spreekt hier van een borgtocht.  

    Om van een verplichting in hoofde van de werknemer te kunnen spreken, moet de waarborg voorzien zijn:

    • door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten, hetzij in de onderneming, hetzij in  het paritair comité;
    • bij gebreke aan dergelijke overeenkomst, onder de volgende voorwaarden:   
    • de werknemer moet de functie bekleden van filiaalhouder, handelsvertegenwoordiger, kassier verbonden aan een boekhoudkundige dienst, handelsagent die een buitenlandse onderneming vertegenwoordigt ;
    • de omvang van de voorraden, goederen, sommen of waarden die aan hem zijn toevertrouwd, moet minstens gelijk zijn aan 1 maand loon;
    • het bedrag van de borgtocht mag niet meer belopen dan 1 of 3 maanden loon, naargelang het jaarlijks loon van de werknemer niet hoger of wel hoger is dan het bedrag vastgesteld door de C.A.O nr. 41 van 25 maart 1986 betreffende de borgtocht.

    De borgtocht moet binnen 15 dagen na de storting in bewaring worden gegeven hetzij bij de Nationale Bank, hetzij bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een bankinstelling. De inbewaringgeving geschiedt op naam van de werknemer, met vermelding van de bestemming.