Opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid

Op deze pagina

    Begrip  

    Opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid zijn arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid bij eenzelfde gebruiker die een looptijd van 24 uur niet overschrijden en die elkaar onmiddellijk opvolgen of hooguit gescheiden worden door een feestdag of door de gewone inactiviteitsdagen binnen de onderneming van de gebruiker.  

    Voorbeelden: 

    • Een uitzendkracht werkt deeltijds en levert op dinsdag geen prestaties. Een dagcontract op maandag en op woensdag zal niet aanzien worden als opeenvolgende dagcontracten indien de afdeling waar de uitzendkracht werkt op dinsdag actief is. 
    • In de onderneming waar de uitzendkracht is tewerkgesteld, wordt tijdens het weekend nooit gewerkt. Dagcontracten op vrijdag en maandag worden aanzien als opeenvolgende dagcontracten.       

    Opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid bij eenzelfde gebruiker zijn slechts toegestaan voor zover de gebruiker de nood aan flexibiliteit voor het gebruik van dergelijke contracten kan bewijzen.   

    Concreet komt dit erop neer dat de gebruiker moet kunnen aantonen dat het werkvolume in zijn onderneming grotendeels afhangt van externe factoren, sterk schommelt (bv. horeca aan de kust), of nog, dat de aard van het uit te voeren werk verantwoordt waarom gebruik wordt gemaakt van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid.  

    Informatie- en raadplegingsprocedure 

    Aan het gebruik van opeenvolgende dagcontracten is een bijzondere informatie- en raadplegingsprocedure verbonden. Deze informatie- en raadplegingsverplichting heeft de bedoeling om het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten te bestrijden. De procedure verschilt al naargelang de onderneming al dan niet over een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging beschikt.   

    Informatieprocedure  

    Een gebruiker met een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging moet elk semester zijn ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging informeren over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid.  

    In dit kader wordt één keer, bij het begin van elk semester volgende informatie van het afgelopen semester ter beschikking gesteld van de ondernemingsraad of, als er geen ondernemingsraad is, de vakbondsafvaardiging:  

    1. Gedetailleerde informatie over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten:
      • het aantal opeenvolgende dagcontracten in voorgaand semester,
      • het aantal uitzendkrachten dat in voorgaand semester met een opeenvolgend dagcontract werd tewerkgesteld.
       
    2. Het door de gebruiker aan te leveren bewijs voor de nood aan flexibiliteit om gebruik te kunnen maken van opeenvolgende dagcontracten. Dit moet statistisch worden onderbouwd en kan aangevuld worden met elementen die aantonen dat de gebruiker alternatieven heeft onderzocht voor het gebruik van opeenvolgende dagcontracten.
    3. Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersvertegenwoordigers van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging, worden deze geïnformeerd over het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten. Dit aantal wordt collectief en niet-nominatief meegedeeld. 

    Wat de gebruikers zonder ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging betreft, deelt het uitzendbureau aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten dezelfde gegevens mee als hierboven. Het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten stelt deze informatie op zijn beurt bij het begin van elk semester ter beschikking van de representatieve werknemersorganisaties.  

    Raadplegingsprocedure 

    De ondernemingsraad of, bij ontstentenis van een ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging, wordt jaarlijks geraadpleegd over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid en de motivatie om blijvend gebruik te maken van opeenvolgende dagcontracten. Deze raadplegingsverplichting moet samenvallen met één van de twee semestriële informatieverstrekkingen zoals hierboven vermeld.  

    In geval van misbruik 

    Indien in de ondernemingsraad of door de vakbondsafvaardiging bezwaren worden geuit tegen het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, wordt de zaak voorgelegd aan het paritair comité van de sector waartoe de gebruiker behoort.  

    Bij gebruikers zonder ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging wordt in geval van flagrant misbruik het dossier door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten voorgelegd aan het paritair comité waaronder de gebruiker ressorteert.    

    Pas wanneer omtrent een bepaald geschil geen compromis kan worden gevonden in het paritair comité, kan de zaak worden voorgelegd aan de rechtbank.    

    In dat geval rust de bewijslast op de gebruiker om aan te tonen dat in zijn onderneming een nood aan flexibiliteit bestaat die verantwoordt waarom gebruik wordt gemaakt van opeenvolgende dagcontracten.    

    Wanneer de gebruiker in het kader van deze procedure de nood aan flexibiliteit niet kan bewijzen, is het uitzendbureau aan de uitzendkracht, bovenop het loon, een bijkomende vergoeding verschuldigd van twee weken loon.