Rusttijden

Op deze pagina

    Rusttijden tussen twee arbeidsprestaties

    Toepassingsgebied

    Deze bepalingen zijn van toepassing op alle werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst, evenals op alle andere personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van een ander persoon.

    Deze bepalingen zijn op sommige personen niet van toepassing :

    • de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
    • de personen die werkzaam zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
    • het varend personeel van de visserijbedrijven en het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht;

      Opmerking:

      personeel voor wie een regeling inzake arbeidstijd bestaat ingevolge specifieke Europese richtlijnen omgezet door sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten :
       
      • voor de zeevisserij : richtlijn nr. 34 van 23.11.1993;
      • voor de burgerlucthtvaart : richtlijn nr. 79 van 27.11.2000.
         
    • de personen die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden;
    • de dienstboden;
    • de handelsvertegenwoordigers;
    • de huisarbeiders;
    • de artsen, veeartsen, tandartsen, geneesheren-specialisten in opleiding en de studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van die beroepen.

    Algemeen principe

    Elke werknemer heeft per tijdvak van 24 uren, d.w.z. tussen twee dagelijkse arbeidsprestaties, recht op een rustperiode van tenminste 11 opeenvolgende uren (artikel 38ter, §1 van de Arbeidswet van 16 maart 1971).

    Wanneer een werknemer zijn arbeid 's avonds om  20u beëindigt, mag hij deze ten vroegste de volgende dag om 7u 's morgens hervatten. Om te mogen beginnen werken om 5u 's morgens, moet men de avond voordien gestopt zijn om 18u.


    Afwijkingen

    Een onderbreking met een duur van minder dan 11 uren is, krachtens artikel 38ter, §2 van de Arbeidswet van 16 maart 1971, toegelaten:

    • in geval van welbepaalde situaties van overmacht bedoeld bij artikel 26 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (bv. ongeval, defect aan machines);
    • voor werkzaamheden die gekenmerkt worden door opgesplitste werkperiodes (bv. in restaurants);
    • in geval van continu- of semi-continu-arbeid en van arbeid in opeenvolgende ploegen op het moment waarop de werknemer van ploeg wisselt; het is evenwel verboden om een werknemer in twee opeenvolgende ploegen tewerk te stellen;

    • in andere gevallen die moeten worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten binnen een paritair comité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

      De term "continuarbeid" verwijst, aldus de parlementaire voorbereidingen, naar activiteiten die om technische redenen onmogelijk kunnen worden onderbroken, daar zij 24 uren op 24 en 7 dagen op 7 moeten worden voortgezet, b.v. werken waarvan de onderbreking tot gevolg zou hebben dat een nieuwe voorbereiding van ten minste 24 uur noodzakelijk zou zijn vooraleer de productie opnieuw zou kunnen aanvangen. Bij "semi-continu-arbeid" kent men enkel een onderbreking tijdens het weekend.

    Op grond van de parlementaire voorbereidingen en de rechtsleer, kan worden gesteld dat er sprake is van "arbeid in opeenvolgende ploegen" 

    • wanneer er minstens twee ploegen voorhanden zijn die elkaar zonder onderbreking opvolgen;

    • of hoogstens gedurende de helft van de normale dagtaak samenwerken; 

    • deze ploegen uit een gelijk aantal werknemers bestaan (minstens twee werknemers);
       
    • deze ploegen dezelfde soort arbeid verrichten, zowel qua inhoud als qua omvang.

    Cumulatie met de zondagsrust

    De rusttijd van 11 opeenvolgende uren tussen twee arbeidsprestaties komt bovenop de zondagsrust of de inhaalrust wegens zondagsarbeid, zodanig dat de werknemer geniet van een wekelijke werkonderbreking van 35 opeenvolgende uren (artikel 38ter, §3 van de Arbeidswet van 16 maart 1971).

    Er kan worden afgeweken van dit principe in de gevallen waar ook een afwijking van het algemeen principe van de 11 opeenvolgende uren dagelijkse rust is toegestaan.

    Voor werknemers tewerk gesteld aan werken van vervoer geldt een bijzondere regeling (artikel 38ter, §3, laatste lid van de Arbeidswet van 16 maart 1971).

    Rusttijden tijdens de arbeidsprestatie (pauzes)

    Toepassingsgebied

    Deze bepalingen zijn van toepassing op alle werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst, evenals op alle andere personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van een ander persoon.

    Deze bepalingen zijn op sommige personen niet van toepassing :

    • de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
    • de personen die werkzaam zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
    • het varend personeel van de visserijbedrijven en het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht;

      Opmerking:

      personeel voor wie een regeling inzake arbeidstijd bestaat ingevolge specifieke Europese richtlijnen :
       
      • voor de zeevisserij : richtlijn nr. 34 van 23.11.1993;
      • voor de burgerlucthtvaart : richtlijn nr. 79 van 27.11.2000.
         
    • de personen die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden;
    • de dienstboden;
    • de handelsvertegenwoordigers;
    • de huisarbeiders;
    • de artsen, veeartsen, tandartsen, geneesheren-specialisten in opleiding en de studenten stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van die beroepen.

    Algemeen principe

    Wanneer de arbeidstijd 6 uren overschrijdt, wordt aan de werknemer een pauze toegekend (artikel 38quater van de Arbeidswet van 16 maart 1971).

    De duur en de nadere regelen voor toekenning van deze pauze worden vastgesteld hetzij bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op niveau van de sector of op ondernemingsniveau, hetzij bij koninklijk besluit voor werkgevers die niet onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen.

    Is er geen collectieve arbeidsovereenkomst en geen koninklijk besluit, dan wordt ten laatste op het ogenblik dat de duur van de prestaties zes uren bereikt minstens een kwartier pauze toegekend. Deze bepaling geldt niet voor rusttijden bepaald door het arbeidsreglement waarvan een afschrift werd gezonden aan de inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten vóór 27 december 1998, zijnde de datum van inwerkingtreding van de wet van 4 december 1998 tot omzetting van sommige bepalingen van de E.G.-richtlijn 93/104 van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, waarmee het artikel 38quater werd ingevoegd.

    De duur van de pauze kan bijgevolg voor bepaalde ondernemingen lager liggen dan de vijftien minuten die subsidiair bij afwezigheid van een collectieve arbeidsovereenkomst of een koninklijk besluit werden vastgesteld. Bepalen dat er geen pauze zal zijn, is echter onmogelijk.

    Afwijkingen

    Van de verplichting de werknemers niet zonder onderbreking gedurende meer dan 6 uren te laten werken, kan worden afgeweken in geval van arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval.