Deeltijdse arbeid - Bijkomende uren en overloon

Op deze pagina

    Bijkomende uren   

    Begrip  

    De deeltijdse werknemer verricht normaal zijn prestaties in het kader van het voorziene (vast of variabel) werkrooster. Het is echter niet altijd mogelijk om hem tewerk te stellen binnen het kader van dit werkrooster. Zo zullen zijn prestaties dit werkrooster soms overschrijden. Men spreekt dan van ‘bijkomende uren’. 

    Meer specifiek worden de bijkomende uren omschreven als de uren die de overeengekomen arbeidsduur van de deeltijdse werknemer overschrijden, zonder echter de normale duur te overschrijden die door de wet of door de collectieve arbeidsovereenkomst werd vastgelegd. 

    Voorbeeld: Een deeltijdse werknemer wordt tewerkgesteld op grond van een vast werkrooster met een vaste wekelijkse arbeidsduur van 20 uren. In zijn onderneming bedraagt de normale wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer 38 uren. Er zijn bijkomende uren, ten belope van 10 uren, wanneer de deeltijdse werknemer ertoe gebracht wordt 30 uren te realiseren in de loop van een week (30-20).  

    Opgelet: Het begrip ‘bijkomende uren’ mag niet worden verward met de bijkomende prestaties van deeltijdse werknemers die gelijkgesteld worden met overwerk en recht op overloon openen.

    Voorwaarden 

    De paritaire comités dienen bij collectieve arbeidsovereenkomst te bepalen onder welke voorwaarden en in welke mate bijkomende uren mogen worden verricht. 

    Wanneer dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst ontbreekt op sectoraal niveau, is het presteren van bijkomende uren onderworpen aan volgende voorwaarden: 

    1. De bijkomende uren op vraag van de werkgever mogen enkel mits akkoord van de werknemer worden verricht

    De bijkomende uren gepresteerd op vraag van de werkgever geven, wanneer het voorziene werkrooster gedurende een kwartaal ten minste één uur per week wordt overschreven, op verzoek van de werknemer aanleiding tot: 

    • ofwel een aanpassing van de overeenkomst;
    • ofwel de toekenning van inhaalrust, op voorwaarde dat de duur van de tijdens het kwartaal gepresteerde bijkomende uren gemiddeld 20% van het overeengekomen werkrooster bereikt. Deze inhaalrust moet toegekend worden binnen de dertien weken volgend op het kwartaal. 

    2. de bijkomende uren gepresteerd op vraag van de werknemer geven aanleiding tot een aanpassing van de overeenkomst indien de werknemer hierom verzoekt en mits het voorziene uurrooster gedurende een kwartaal met ten minste één uur gemiddeld per week wordt overschreden.     

    Optekening van de afwijkingen op het voorziene werkrooster

    Teneinde het toezicht op de prestaties van de deeltijdse werknemers mogelijk te maken, moeten alle afwijkingen op het voorziene vast of variabel werkrooster, waaronder iedere prestatie van bijkomende uren, worden vastgesteld, hetzij via een betrouwbaar systeem van tijdopvolging, hetzij via de optekening in een document dat aan bepaalde voorwaarden voldoet.

    Overloon   

    Bijkomende prestaties die recht geven op een overloon 

    Om het presteren van bijkomende uren te beperken, worden bepaalde bijkomende prestaties van deeltijdse werknemers gelijkgesteld met overwerk en openen ze een recht op overloon van 50 % (voor prestaties tijdens de week, zaterdag incl.) of 100% (prestaties op een zondag of een feestdag). 

    Deze regel geldt niet wanneer er sprake is van een collectieve arbeidsovereenkomst die de veranderingen of overschrijdingen van de werkroosters regelt.

    Men moet een onderscheid maken tussen verschillende gevallen: 

    • de deeltijdse arbeidsovereenkomst met een vast uurrooster gesloten om af te wijken van de minimale wekelijkse 1/3de grens;  
    • de deeltijdse arbeidsovereenkomst met een vast of een variabel werkrooster maar met een vaste arbeidsregeling;
    • de deeltijdse arbeidsovereenkomst met een variabel werkrooster en een variabele arbeidsregeling.

    Deeltijdse arbeidsovereenkomst met een vast uurrooster gesloten om af te wijken van de minimale wekelijkse 1/3de grens

    Wanneer de partijen verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst die in het kader van een vast werkrooster dagprestaties van minimaal 4 uur voorziet en die tegelijk aan een aantal andere voorwaarden voldoet, is de 1/3de regel niet van toepassing.

    Een van de voorwaarden is dat de arbeidsovereenkomst bepaalt dat bijkomede prestaties uitgesloten zijn behalve wanneer ze rechtstreeks voorafgaan aan of volgen op de in de arbeidsovereenkomst vermelde prestaties en dat alle prestaties die het overeengekomen werkrooster te boven gaan, recht geven op een overloon van 50% (in geval van prestaties tijdens de week, zaterdag incl.) of van 100% (in geval van prestaties tijdens een zondag of een feestdag). 

    Deeltijdse arbeidsovereenkomst met een vast of een variabel werkrooster maar met een vaste arbeidsregeling 

    Bij toepassing van een vast of variabel werkrooster met vaste arbeidsregeling zijn de bijkomende prestaties die recht geven op overloon, al de prestaties uitgevoerd buiten het voorziene vast of variabel werkrooster, met uitzondering van de eerste twaalf uren per kalendermaand.

    Van het totaal aantal uren bijkomende prestaties moet men dus een krediet van 12 uren per kalendermaand aftrekken. 

    Voorbeeld:   

    Deeltijdse arbeidsovereenkomst met een variabel werkrooster en vaste arbeidsregeling (20 uren per week)

     

    1ste week

    2de week

    3de week

    4de week

    5de week

     

    V.R.

    G.R.

    V.R.

    G.R.

    V.R.

    G.R.

    V.R.

    G.R.

    V.R.

    G.R.

    M

    4

    4

    6

    6

    5

    5

    4

    4

    4

    6

    D

    4

    4

    -

    6

    5

    5

    4

    4

    4

    6

    W

    4

    4

    6

    6

    5

    5

    -

    -

    -

    8

    D

    4

    4

    4

    4

    5

    5

    6

    6

    4

    4

    V

    4

    6

    4

    4

    --

    -

    6

    6

    4

    4

    Z

    -

    4

    -

    -

    -

    -

    -

    4

    4

    4

    Z

    -

    -

    -

    -

    -

    -

    -

    4

    -

    -

    Totaal

    20

    26

    20

    26

    20

    20

    20

    28

    20

    32

    V.R.= voorziene rooster 

    G.R. = gepresteerd rooster   

    De deeltijdse werknemer heeft 32 uren bovenop zijn voorziene uurrooster gepresteerd.    

    Al deze bijkomende prestaties moeten worden betaald met een overloontoeslag, met uitzondering van een krediet van 12 uren per kalendermaand. Van deze 32 uren worden dus de eerste 12 uren krediet afgetrokken.    

    Er blijven 20 uren over die recht geven op de betaling van een overloon.

    Van deze 20 uren werden er 4 gepresteerd op zondag. Er moeten dus 16 uren betaald worden aan 50 % en 4 uren aan 100 %.  

    Deeltijdse arbeidsovereenkomst met een variabel werkrooster en variabele arbeidsregeling

    Bij toepassing van een variabel werkrooster met variabele arbeidsregeling zijn de prestaties die recht geven op overloon, al de prestaties uitgevoerd:

    • hetzij buiten het voorziene werkrooster; 
    • hetzij in het kader van het voorziene werkrooster, maar boven de na te leven gemiddelde arbeidsduur.  

    Dit evenwel met uitzondering van een krediet van 3 uren en 14 minuten vermenigvuldigd met het aantal weken begrepen in de referteperiode, met een maximum van 168 uren.

    Van het totaal aantal uren bijkomende prestaties moet men dus een krediet aftrekken dat gelijk is aan het aantal weken dat de referentieperiode telt x 3 uren en 14 minuten (met een maximum van 168 uren). 

    Voorbeeld:   

    Deeltijdse arbeidsovereenkomst met een variabel werkrooster en een variabele arbeidsregeling (gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 20 uren, na te leven over een periode van een kwartaal, hetzij 13 weken)

    Week

    Voorziene rooster

    Gepresteerd rooster

    Aantal uren buiten het vastgesteld uurrooster

    Aantal uren boven de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur

    1

    20

    20

    -

    -

    2

    30

    30

    -

    10

    3

    30

    30

    -

    10

    4

    -

    -

    -

    -

    5

    15

    20

    5

    -

    6

    20

    20

    -

    -

    7

    30

    30

    -

    10

    8

    15

    15

    -

    -

    9

    20

    20

    -

    -

    10

    30

    30

    -

    10

    11

    30

    30

    -

    10

    12

    10

    -

    -

    -

    13

    10

    20

    10

    -

    Totaal

    260 u

    265 u

    15 u

    50 u

    Het aantal uren krediet bedraagt 13 (weken van de referentieperiode) x 3 uren en 14 minuten = 42 uren en 2 minuten.

    Geven recht op de betaling van overloon:   

    • de per week gepresteerde uren boven de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur (maar binnen het voorziene rooster): 50 uren;
    • de uren gepresteerd buiten het voorziene rooster: 15 uren.

    Het totaal bedraagt 65 uren, waarvan men 42 uren en 2 minuten krediet moet aftrekken.

    Geven recht op overloon: 22 uren en 58 minuten:   

    • aan 50 % indien de prestaties tijdens de week hebben plaatsgevonden;  
    • aan 100 % indien de prestaties plaats hebben gevonden op een zondag of een feestdag.   

    Overuren

    Vanaf het ogenblik waarop de deeltijdse werknemer de normale grenzen van de voltijdse arbeid vastgesteld in de onderneming, overschrijdt, worden er echte overuren gepresteerd die in beginsel recht geven op overloon en op inhaalrust.