Toepassingsgebied van het tijdskrediet

Op deze pagina

    Principe en uitzondering

    Het recht op tijdskrediet wordt geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en is in beginsel dan ook van toepassing op de werkgevers en werknemers die onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (d.i. de ‘cao-wet’).

    De cao nr. 103 heeft dus een ruim toepassingsgebied, dat hoofdzakelijk de werkgevers en werknemers uit de privésector omvat.

    De leerlingen (die met de werkgever zijn verbonden door een leerovereenkomst) zijn expliciet uitgesloten van het recht op tijdskrediet.

    De openbare sector - waaronder de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen, de lokale en provinciale overheden en de autonome overheidsbedrijven (zoals bijvoorbeeld de NMBS, Bpost en Belgacom) - valt niet onder de regeling van tijdskrediet.

    De werknemers uit de openbare sector nemen voor meer informatie omtrent het recht op loopbaanonderbreking best contact op met hun personeelsdienst.

    Mogelijkheid tot uitsluiting bepaalde personeelscategorieën 

    Sommige personeelscategorieën (bv. de werknemers die een sleutelfunctie uitoefenen binnen het bedrijf) kunnen volledig of gedeeltelijk worden uitgesloten van het recht op tijdskrediet.

    Deze uitsluiting is slechts mogelijk via een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de sector (d.w.z. door het paritair comité of paritair subcomité) of de onderneming.

    Ondernemingen die ressorteren onder een paritair comité dat deze mogelijkheid via een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitgesloten, kunnen er geen gebruik van maken. Zij kunnen met andere woorden geen personeelscategorieën uitsluiten van het recht op tijdskrediet.