Terug aan de slag

Op deze pagina

    De Werkhervattingstoeslag

    U bent werkloos en minstens 50 jaar en wenst opnieuw te gaan werken.

    Voor werklozen van minstens 50 jaar ligt de werkloosheidsuitkering hoger dan voor de andere werklozen. Deze verhoging van de werkloosheidsuitkering, de anciënniteitstoeslag genaamd, wordt zo dikwijls aanzien als een werkloosheidsval. Om dit te verhelpen werd de werkhervattingstoeslag ingevoerd. Deze toeslag bedraagt 186,51 € per maand, ongeacht het loonniveau, en geldt zowel voor voltijdse als deeltijdse werknemers. Er staat bovendien geen beperking in de tijd op.

    In principe kan men pas van de werkhervattingstoeslag genieten indien men 20 jaar anciënniteit als loontrekkende heeft. Maar ook met minder dan 20 jaar anciënniteit kan de werkhervattingstoeslag worden toegekend. De maatregel is dan slechts voor ten hoogste drie jaar van toepassing en het bedrag neemt geleidelijk af.

    Voorbeeld

    Geert is 55 jaar en woont alleen met zijnstuderende zoon van 18 jaar. Sinds driejaar is hij werkloos en op basis van zijn lange carrière en vroegere loon ontvangt hij van de RVA een maandelijkse werkloosheidsuitkering van 1.258,66 € per maand. Nu heeft hij de kans om terug aan de slag te gaan. Het is een voltijdse job met een brutoloon van 1.800 € per maand. Na sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing, houdt hij hiervan 1.335,28 € netto over. Daarbovenop komt een werkhervattingstoeslag van netto 167,69 €. In totaal stijgt het inkomen van Geert hierdoor met 244,31 € (19,41%).

    U vindt meer informatie over de werkhervattingstoeslag in het thema Werkgelegenheid > Werkgelegenheidsmaatregelen > Oudere werknemers > Hulp bij tewerkstelling > Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen van 50 jaar en meer en op de website van de RVA in de rubriek Tewerkstelling > Werkhervatting.

    De Inkomensgarantie-uitkering

    U bent werkloos en gaat deeltijds aan de slag.

    Als werkloze is het financieel niet altijd aantrekkelijk om een deeltijdse job te aanvaarden omdat het loon lager ligt dan de uitkering. De inkomensgarantieuitkering verhelpt dit. Voorwaarde hiervoor is dat u vanuit de werkloosheid een deeltijdse job aanvaardt die minimaal een derde uitmaakt van een voltijdse job en niet meer bedraagt dan 80% van een voltijdse job. Uw brutoloon mag ook niet meer bedragen dan 1.469,48 € per maand. Bij de werkgever moet u een aanvraag indienen voor een voltijdse job. Tenslotte moet u ingeschreven zijn als voltijdse werkzoekende en beschikbaar blijven voor een voltijdse betrekking op de arbeidsmarkt.

    Voorbeeld

    Marie is 59 jaar en getrouwd met Marc. Ook haar studerende dochter woont nog bij haar. Marie is sinds iets meer dan een jaar werkloos en krijgt netto een werkloosheidsuitkering van 969,43 € per maand. Marie kan deeltijds beginnen werken. Het is een halftijdse job waarvoor ze maandelijks 1.000 € bruto ontvangt. Netto houdt ze daar 828,71 € van over. Wel ontvangt ze daarbij een inkomensgarantie-uitkering van de RVA. Deze bedraagt 246,60 € netto. Het inkomen van Marie stijgt zo met 105,88 € (10,92%).

    U vindt meer informatie over de inkomensgarantie-uitkering op de website van de RVA in de rubriek Deeltijdse arbeid > Bedragen.

    Bruggepensioneerde

    U bent bruggepensioneerd en wil weer werken.

    Het systeem van brugpensioenen laat toe dat oudere werknemers op een relatief jonge leeftijd de arbeidsmarkt verlaten. De bruggepensioneerde ontvangt van de RVA een brugpensioen uitkeringen zijn ex-werkgever betaalt maandelijks een aanvullende vergoeding. Slechts weinig bruggepensioneerde keren ooit terug naar de arbeidsmarkt.
    Nochtans kan het als bruggepensioneerde financieel best interessant zijn om terug aan het werk te gaan. In dat geval verliest de bruggepensioneerde vanzelfsprekend de RVA-uitkering, maar hij ontvangt wel nog steeds de aanvullende vergoeding van de vroegere werkgever.

    Voorbeeld

    Anne is 59 jaar en alleenstaande. Als bruggepensioneerde ontvangt ze van de RVA een brugpensioenuitkering van 1.175,98 € bruto per maand. Haar ex-werkgever betaalt
    daarbovenop nog een aanvullende vergoeding van 456 € op basis van CAO nr. 17. Na aftrek van de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing heeft Anne als bruggepensioneerde een inkomen van 1.337,37 €. Als Anne voltijds het werk zou hervatten aan een brutoloon van 2500 €, behoudt ze de aanvullende vergoeding die haar ex-werkgever betaalt. Daardoor stijgt haar netto maandelijkse netto-inkomen tot 1.993,48 €. Dit is 656,11 € (49,06%) meer als vroeger. Maar ook als Anne halftijds gaat werken, zal ze beduidend meer verdienen. Door het halftijdse werk bedraagt haar brutoloon 1.250 € maar ze behoudt de aanvullende vergoeding (netto 409,99 €. Ook kan ze aanspraak maken op de inkomensgarantie- uitkering. In dit geval bedraagt die bruto 168,54 €. In totaal is haar inkomen bij deze halftijdse job 1.594,38 €. Dit is 256,99 € (19,22%) meer dan vroeger.

    U vindt meer informatie over het brugpensioen op de website van de RVA in de rubriek Volledige werkloosheid > Brugpensioen.

    Seniorvakantie

    Recht op vakantie als u het werk hervat.

    Iedereen die werkt heeft recht op vakantie en op vakantiegeld. Deze vakantierechten zijn wel gebaseerd op de werkprestaties van het voorgaande jaar. Wie na een lange onderbreking terug aan de slag gaat, zal daardoor eerst zijn vakantierechten opnieuw moeten opbouwen.
    Bijvoorbeeld, wie op 1 oktober 2010weer begint te werken, kan slechts één week verlof nemen in 2011.De seniorvakantie verhelpt dit voor mensen van minstens 50 jaar. Op die manierkan de werknemer toch van een volledige vakantieperiode van vier weken genietenen daardoor vakantiegeld ontvangen. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening komt hierin tussen door middel van een uitkering. Deze uitkering wordt berekendop basis van 65% van het brutomaandloon, begrensd tot 1.960,18 €. Voorwaarde is wel dat u geen recht hebt op de volle vier weken vakantie ingevolge een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit.

    U vindt meer informatie over de seniorvakantie in het thema Verloven > Seniorvakantie en op de website van de RVA in de rubriek Tewerkstelling > Werkhervatting.

    Inactieven

    U ontvangt geen uitkeringen en hervat het werk

    In sommige gezinnen is er slechts één kostwinner. De andere partner zorgt voor het huishouden. Met het verstrijken van de jaren gaan de kinderen het huis uit en kan men op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging. Een job aannemen, zelfs als men sinds jaren van de arbeidsmarkt verdwenen is, kan zo een uitdaging zijn. Wie dit overweegt, krijgt echter al snel een waarschuwende vinger: het werk hervatten kan het inkomen van de partner beïnvloeden.
    Dit is ook zo. De bedrijfsvoorheffing vooreen persoon met partner met beroepsinkomen is hoger dan voor een persoon met partner zonder beroepsinkomen. Maar al bij al valt deze impact nog wel mee.

    Voorbeeld

    Linda is gehuwd met Bart. Linda is nu 58 jaar en heeft sinds 10 jaar niet meer gewerkt en ontvangt ook geen werkloosheidsuitkering. Bart werkt voltijds en verdient daarbij 4.000 € bruto per maand. Linda wil terug aan het werk. Het hoeft niet voltijds te zijn en het minimumloon (1.415,24 € per maand) is best voldoende. Als ze een voltijdse job aanvaardt dan zal ze netto 1.144,10 € per maand verdienen. Gaat ze vier vijfden aan de slag, dan heeft ze 978,92 € over en bij een halftijdse job is dit 692,03 €. Nu Linda een beroepsinkomen heeft, zal Bart dit voelen in zijn inkomen omdat de bedrijfsvoorheffing die hij moet betalen, berekend wordt volgens andere schalen. Daardoor zal zijn nettoloon 300,60 € minder bedragen.

    Het bovenstaande voorbeeld is een erg extreem geval. In de meeste sectorenliggen de minimumlonen een stuk hoger dan het algemeen minimumloon van 1.387,49 €. Bovendien is de impact op het loon van de partner een stuk lager dan in ons voorbeeld. Maar we kiezen bewust dit extreme voorbeeld om aan te tonen dat er geen financiële beletsels zijn om zich terug op de arbeidsmarkt te begeven.

    Van PWA naar Dienstencheques

    U werkt via de Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en wil de overstap maken naar een tewerkstelling via de dienstencheques.

    Het systeem van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA) laat toe dat een werkloze een beperkt aantal uren per maand kan werken. Daarvoor krijgt hij een vergoeding bovenop zijn werkloosheidsuitkering. Dit systeem is in afbouw voor wat de activiteit van thuishulp van huishoudelijke aard betreft. Mensen van 50 jaar of ouder die binnen dit kader reeds huishoudelijke taken verrichtten, kunnen erin blijven maar er kunnen geen nieuwe mensen meer instappen. In de plaats kwam het succesvolle systeem van de dienstencheques. Tienduizenden mensen hebben op deze manier een job gevonden. Velen hebben reeds de overstap van PWA naar het systeem van de dienstencheques gezet. Maar nog niet iedereen deed dat. Nochtans kan dit financieel wel voordelig zijn.

    Voorbeeld

    Anne is 53 jaar, gehuwd en sinds meer dan vijf jaar werkt ze via het PWA-stelsel. Haar werkloosheidsuitkering bedraagt 547,82 € per maand. Elke maand werkt ze 45 uren als poetshulp. Meer uren per maand is niet toegelaten. Voor elk uur ontvangt ze 4,10 €. Haar inkomen per maand bedraagt zo 732,32 €.
    Nu krijgt ze de kans om halftijds via dienstencheques te werken. De inhoud van de job is dezelfde, maar haar inkomen verandert wel. Berekend op basis van het gemiddeld loon van de dienstencheque-werknemers (9,60 € per uur), zal haar nettoloon voor een halftijdse tewerkstelling 726,86 € bedragen. Als ze daarbij recht heeft op de werkhervattingstoeslag (167,69 € netto), zal haar maandelijkse inkomen stijgen met 162,23 € (22,15%).

    De activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer

    Op een gegeven moment kan je nadenken over wat je nu wil met je carrière. Waarom zou je niet als zelfstandige aan de slag gaan? Om uw kansen op slagen te vergroten, kan je de tijd nemen om de situatie te analyseren, om partners en voldoende financiële middelen te zoeken of om eventueel een opleiding te volgen. De activiteitencoöperaties laten u toe om u voor te bereiden op uw job als zaakvoerder van een zelfstandige onderneming. Indien u ten minste vijftig jaar bent, kan u een overeenkomst sluiten met een activiteitencoöperatie. Gedurende 18 maanden zal u vrijgesteld zijn voor uw verplichting als werkloze om werk te zoeken en u beschikbaar te stellen op de arbeidsmarkt. U kan zelfs in bepaalde mate uw uitkering cumuleren met uw winsten uit uw activiteit.