Overgang van onderneming of van een gedeelte van de onderneming

Op deze pagina

    Begrip "onderneming" - "economische entiteit"

    De C.A.O. nr. 32bis, is van toepassing bij iedere overgang van onderneming of van een gedeelte van onderneming. De Europese richtlijn, evenmin als de C.A.O. nr. 32bis, definieert niet uitdrukkelijk de begrippen "onderneming, vestiging of een onderdeel ervan".

    Er wordt evenwel gepreciseerd dat als een overgang wordt beschouwd, de overgang, met het oog op de voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt, waaronder een geheel van georganiseerde middelen wordt verstaan. Deze tekst herneemt een definitie tot stand gekomen op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

    Volgens de C.A.O. nr. 32bis wordt als "onderneming" beschouwd hetzij de juridische entiteit, hetzij de technische bedrijfseenheid, in de zin van de wetgeving op de ondernemingsraden, en als "gedeelte van een onderneming", de afdeling in de zin van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen.

    De overgang van onderneming krachtens overeenkomst betreft dus de onderneming in de hoedanigheid van juridische entiteit of in de hoedanigheid van technische bedrijfseenheid en de overgang van een gedeelte van de onderneming betreft een afdeling ervan.

    • Juridische entiteit of technische bedrijfseenheid

    Het is dus niet vereist dat de technische bedrijfseenheid samenvalt met een entiteit die een juridische rechtspersoonlijkheid heeft. Om uit te maken of er sprake is van een technische bedrijfseenheid in de zin van de wetgeving op de ondernemingsraden (wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven), moet worden nagegaan of de desbetreffende entiteit voldoende economische en sociale autonomie heeft. De technische bedrijfseenheid is de onderneming "bepaald op grond van de economische en sociale criteria; in geval van twijfel primeren de sociale criteria".

    • Gedeelte van de onderneming of afdeling

    Er kan tevens sprake zijn van een overgang van onderneming wanneer het enkel een onderdeel van de onderneming betreft, zonder enige verwijzing naar het criterium van de rechtspersoonlijkheid, noch naar het criterium van de technische bedrijfseenheid. Het begrip "afdeling" waarnaar de commentaar van de C.A.O. nr. 32bis verwijst, wordt evenwel niet gedefinieerd in de wetgeving inzake de sluiting van ondernemingen. Het Hof van Cassatie definieert het begrip afdeling van een onderneming als zijnde een onderdeel van de onderneming dat een zekere samenhang vertoont en zich onderscheidt van de rest van de onderneming door een eigen technische onafhankelijkheid en door een onderscheiden duurzame activiteit waarvoor een onderscheiden personeelsgroep is aangesteld (Cass., 4 februari 2002, J.T.T., 2002, p. 473 en volgende). 

    Toch kan men in deze materie het belang van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die een economische benadering van het fenomeen invoerde, niet negeren.

    Van het moment dat een gedeelte van de onderneming, of een afdeling ervan beantwoordt aan de definitie van een economische eenheid die verwijst naar een georganiseerd geheel van middelen (d.w.z. van personen, materiële en immateriële activa), waarmee een economische activiteit met een eigen doelstelling verder kan worden uitgeoefend, ook al is deze bijkomstig ten opzichte van het doel van de onderneming, zal de C.A.O. nr.32bis van toepassing zijn, zelfs wanneer dit geheel slechts een deel van de totaliteit van de onderneming uitmaakt. De economische entiteit veronderstelt dus een entiteit met een minimum aan structurele autonomie, die een gedeelte van de onderneming kan uitmaken.

    De overgang van onderneming kan bestaan uit een overgang van de eigendom van de onderneming, maar eveneens uit een overgang van het recht om de onderneming te exploiteren (huur). 

    Behoud van de identiteit van de economische entiteit

    De overgang van onderneming vereist eveneens dat de entiteit haar economische identiteit bewaart, onafhankelijk van de wijziging van eigenaar. Het doel van de richtlijn bestaat in het waarborgen van het behoud van de arbeidsrelaties binnen een economische entiteit, niettegenstaande de overgang van deze entiteit naar de verkrijger. De economische entiteit dient niet enkel haar identiteit te bewaren, d.w.z. dat haar exploitatie dient te worden hernomen of verdergezet met dezelfde economische activiteiten of met activiteiten gelijkaardig aan deze van de vervreemder.

    Teneinde uit te maken of er sprake is van een overgang van onderneming, dienen de verschillende feitelijke elementen eigen aan de operatie in overweging te worden genomen, zoals bijvoorbeeld:

    • de aard van de onderneming of de vestiging;
    • het al dan niet overdragen van materiële activa (gebouwen, werktuigen, koopwaar, meubelen, materieel…);
    • de waarde van de immateriële activa (huurcontract, uithangbord, handelsnaam, merken, brevetten…) op het tijdstip van de overdracht;
    • het al dan niet hernemen van het wezenlijk effectief;
    • het al dan niet overdragen van het cliënteel;
    • het al dan niet overdragen van de - op zijn minst gelijkaardige - activiteiten;

    Al deze elementen zijn slechts deelaspecten van de gehele evaluatie die moet gebeuren en zijn dan ook niet individueel te beoordelen.

    Concluderend kan worden gesteld dat de overgang van onderneming een overdracht van een economische eenheid vereist, meer bepaald van materiële productiemiddelen die te onderscheiden zijn van het geheel van de onderneming en die van dien aard zijn dat ze een autonome exploitatie mogelijk maken. Het betreft aldus een georganiseerd geheel van personen en elementen waarmee een economische activiteit met een eigen doelstelling verder kan worden uitgeoefend.