Informatie over de Databank Minimumlonen

Op deze pagina

    Over Minimumlonen per Paritair (Sub)Comité 

    De sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) worden gepubliceerd in het thema  Paritaire comités en collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO'S) > Collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) > Intersectorale en sectorale cao's > CAO Zoeken.

    Met de databank geeft de FOD per paritair (sub)comité een actueel overzicht van de geldende minimumloonbarema’s. De databank verzamelt de loongegevens vanaf 01/01/2008 en past ze aan zoals voorgeschreven door de CAO’s, o.a. met de indexeringen en de conventionele loonsverhogingen. De weergegeven lonen zijn sectorale minimumloongegevens, geen reële lonen zoals ze in de ondernemingen worden toegepast.

    Meer specifiek worden deze minima aangepast aan een negatieve index, tenzij sectorale CAO’s hierover andere bepalingen bevatten. Zelfs indien de minima dalen ingevolge de negatieve index, kunnen er op sector-, ondernemings- of individueel niveau afspraken gemaakt worden om de werkelijke lonen niet te laten dalen.

    De minimumlonen die in deze databank getoond worden kunnen in geen geval afwijken van de bepalingen die voorzien zijn in een hoger normenstelsel (zie meer bepaald naar de CAO’s 43 en 50 die werden gesloten in de Nationale Arbeidsraad). Het is mogelijk om op de website van de NAR een gecoördineerde versie te consulteren van de teksten van de CAO’s die in de NAR werden gesloten.

    De databank zal bij de eerstvolgende wijziging na 1 april 2015 voor de sectorale lonen geen vergoedingen meer opnemen die kaderen in een overeenkomst voor alternerend leren, tenzij een sectorale CAO deze vergoedingen op hetzelfde niveau brengt als de studentenlonen of de jongerenlonen in de sector.

    Wat betreft de Jongerenlonen / Studentenlonen / NAR-CAO 50 :

    CAO 50 geldt sinds 2015 enkel nog voor -18-jarigen en voor studenten die jonger zijn dan 21 jaar. CAO 50 is een suppletieve CAO, d.i. van aanvullende aard en bijgevolg enkel van toepassing indien er geen sectorale bepalingen voor 'jongerenlonen' of 'studentenlonen' voor -21-jarigen zijn.

    Zoals aangegeven in art. 1 van CAO 50 moet eerst nagegaan worden of er in de sectorale CAO's lonen voor werknemers onder de 21 jaar zijn vastgesteld. Dit gaat verder dan het nagaan of de sectorale CAO percentages voor jongeren/studenten bevat. Zo is CAO 50 niet van toepassing indien de sectorale CAO expliciet stelt dat de vermelde CAO-lonen gelden voor alle tewerkgestelde leeftijden, of impliciet bij gebrek aan enige leeftijdsbepaling in het barema.

    M.a.w., wanneer de sector-CAO een barema vastlegt voor de werknemers zonder uitdrukkelijk de jongeren uit te sluiten, dan moet vermoed worden dat de vastgelegde barema’s ook op hen van toepassing zijn en is CAO 50 niet van toepassing. Rekening houdend met het principe van het verbod van onderscheid gebaseerd op leeftijd moet een onderscheiden barema voor een bepaalde leeftijdscategorie immers uitdrukkelijk voorzien zijn en bovendien voldoende gerechtvaardigd worden opdat het zou aanvaardbaar zijn. Slechts indien de sectorale CAO uitdrukkelijk de toepassing van het barema beperkt tot werknemers boven een bepaalde leeftijd, en een geldige rechtvaardiging geeft voor het hanteren van dit onderscheid, is CAO 50 van toepassing.

    Indien een comité de bestaande jongerenlonen opheft en niet vervangt door andere specifiek voor hen bedoelde lonen, geeft zij daarmee te kennen dat zij ongeacht de leeftijd het loon wil toekennen zoals voorzien in het overblijvend barema of in het nieuwe barema van de sectorale CAO’s. CAO 50 is dan bijgevolg niet van toepassing voor de -18-jarigen. Evenmin voor studenten.

    De studentenlonen van CAO 50 gelden immers niet meer vanaf de leeftijd van 21 jaar. Indien de sector beslist geen leeftijdsonderscheiden te willen maken, kunnen de studentenlonen van CAO 50 niet toegepast worden (enkel) voor de -21-jarigen. De sectoren die de jongerenlonen hebben afgeschaft maar toch studentenlonen wilden hanteren, hebben die, voor zover ze al niet bestonden, gecreëerd.

    Anderzijds gelden de studentenlonen van CAO 50 wel voor de sectoren waar desgevallend jongerenlonen bestaan maar geen bepalingen omtrent studentenlonen (CAO 50, Commentaar, punten 1 en 3 : ”Deze overeenkomst is van toepassing op de jongeren onder de 18 jaar die tewerkgesteld zijn op grond van een arbeidsovereenkomst, inclusief een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, alsook op de werknemers van 18, 19 en 20 jaar die tewerkgesteld zijn op grond van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. … De sectoren die geen bepalingen hebben vastgesteld en die dan ook aan de aanvullende bepalingen onderworpen zijn, behouden bovendien de mogelijkheid om in de toekomst hun eigen overeenkomsten op te stellen.”).

    Gelet op de hiërarchie der rechtsbronnen staat de NAR-CAO 50 (indien er geen sectorale CAO-bepalingen zijn) boven een ondernemings-CAO met loonbepalingen voor -21-jarigen. De ondernemings-CAO moet in deze gevallen minstens voldoen aan de bepalingen van CAO 50.

    CAO 50 mag niet verward worden met NAR-CAO 43 betreffende het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI), die altijd van kracht is. 

     

    Naast de loonbarema’s zijn er per paritair (sub)comité documenten over het bevoegdheidsgebied van het comité, de arbeidsduur, de functieclassificaties, anciënniteitsvoorwaarden, en de premies en vergoedingen, voor zover die gegevens terug te vinden zijn in sectorale CAO’s (en koninklijke besluiten wat het bevoegdheidsgebied betreft). Premies/vergoedingen die betrekking hebben op het niet-actieve beroepsleven worden niet opgenomen (bv.: ziekte en invaliditeit, werkloosheid, tijdskrediet, brugpensioen, outplacement,...) evenmin als vorming/opleiding en syndicale premie.

    In principe worden in de fiche over de Arbeidsduur enkel de wekelijkse en de jaarlijkse arbeidsduur (indien aangegeven in een CAO) vermeld, met de feestdagen, vakantiedagen en anciënniteitsdagen. Niet de flexibiliteitsbepalingen; indien die betrekking hebben op overuren worden deze in het document Premies/Vergoedingen opgenomen met het oog op het eventueel overloon. De fiche Arbeidsduur toont tevens een lijst van CAO’s die bepalingen dienaangaande bevatten. Sommige CAO’s kunnen reeds hun einddatum bereikt hebben. Het doel van de fiche over de Arbeidsduur is de elementen aan te leveren om het totale loon te kunnen berekenen, rekening houdend met (gemiddeld) aantal werkuren per week of per jaar en met de verlofdagen. Het is niet de bedoeling om een volledige weergave te geven van alle bepalingen omtrent de arbeidsduur. Voor meer gedetailleerde informatie kan de CAO geraadpleegd worden.

    Indien u het laatste sectornieuws op de voet wil volgen, kan u de website van een zetelende organisatie in het paritair comité raadplegen. De lijst met de zetelende werknemer- of werkgeversorganisaties van het paritaire (sub)comité vindt u terug in het thema Paritaire comités en collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO'S) > Paritaire comités.

    De nieuwe en de gewijzigde gegevens worden in principe opgenomen vanaf de registratie van de CAO. Naar die CAO wordt een link gelegd. Van alle sectorale CAO’s die sinds 01/01/1999 bij de FOD Werkgelegenheid werden neergelegd kan de tekst weergegeven worden door te klikken op de voorziene link in deze databank. Tevens kan nagegaan worden of er een KB is dat de CAO algemeen verbindend verklaart. Van de sectorale CAO’s neergelegd vóór 01/01/1999 (tot nummer 49.932), wordt enkel het registratienummer getoond, en deze hebben geen directe link naar de tekst of naar een eventuele algemeen verbindend verklaring.

    De databank functioneert in het Nederlands en in het Frans.

    Een tiental sectoren waarin gedetacheerde werknemers van buitenlandse firma’s werkzaam zijn, zijn eveneens beschikbaar in het Engels. Het gaat om : 

    JC 111 Metal, machine and electric construction for workers
    JSC 118.11 Meat industry
    JC 121 Cleaning and disinfection undertakings
    JC 124 Building sector
    JC 126 Joint committee for furniture and wood processing industry
    JSC 140.03 Road transport and logistics on behalf of third parties : mobile workers
    JC 145 Horticultural undertakings
    JSC 149.01 Joint Subcommittee for the electricians: installation and distribution
    JC 200 Auxiliary Joint Committee for Employees
    JC 209 Metal, machine and electric construction for clerical workers

    Deze Engelse versie (EN > Posting > Working conditions > Remuneration) is niet geïntegreerd in de databank Minimumlonen.

    Over de nummering van de Paritaire Comités 

    Voorbeeld : 102.0400
    De eerste 5 cijfers verwijzen naar de officiële indeling, de laatste 2 zijn een interne indeling van de FOD.

    Indien u reeds werknemer bent, vindt u het nummer van het Paritair Comité op uw loonfiche.
    Indien u nog geen werknemer bent, of indien u informatie zoekt voor een andere sector, kan u per Paritair Comité het document “Bevoegdheidsgebied” raadplegen.

    Voor verdere vragen over het bevoegde comité is er uitleg beschikbaar op onze website in het thema Paritaire comités en collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO'S) > Paritaire comité’s > Administratieve interpretaties bevoegdheid paritaire comités.

    U heeft nog vragen ? 

    Dan kan u ons die stellen via het informatie@werk.belgie.be. Deze databank werd speciaal ontwikkeld om u toe te laten u zelf te informeren over de bestaande loon-CAO’s en geldende minimumlonen. Het contactformulier kan gebruikt worden indien u meent dat er correcties dienen aangebracht te worden aan de weergegeven informatie of bepaalde CAO-gedeelten ontbreken.

    Deze databank is opgemaakt op basis van de sectorale CAO’s. Het is dan ook het bevoegde Paritair Comité dat uiteindelijk oordeelt over de juiste interpretatie van haar CAO.

    Minimumlonen