Periodieke controle van patiëntliften

Op deze pagina

    Vraag

    Moet een patiëntlift, ook wel “stalen verpleegster” genoemd, periodiek gekeurd worden door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) volgens de artikelen 280 en 281 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB)?

    Antwoord

    Een patiëntlift moet niet periodiek gekeurd worden door een EDTC volgens de artikelen 280 en 281 van het ARAB.

    Men kan twee types patiëntlift onderscheiden:

    1. Toestellen samengesteld uit een railsysteem bevestigd aan het plafond en een hijsmechanisme, dat vergelijkbaar is met een hijstakel, dat langsheen dit railsysteem kan bewegen. Het hijsmechanisme is uitgerust met een draaginrichting voor patiënten, dat rechtstreeks bevestigd is aan de ophanging, dus zonder hijshaak.
    2. Toestellen niet opgehangen aan een takel, maar autonoom en verrijdbaar over de vloer.

    Een patiëntlift wordt beschouwd als een medisch hulpmiddel in toepassing van richtlijn 93/42/EG betreffende de medische hulpmiddelen in de Europese Unie in de handel gebracht. Het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, dat deze richtlijn omzet in Belgisch recht, vermeldt eveneens in bijlage XIII expliciet patiënthijstoestellen. Richtlijn 98/37/EG betreffende machines en artikel 267.2.2 van het ARAB zijn hier niet van toepassing.

    Door de patiëntliften te beschouwen als medisch hulpmiddel die in toepassing van richtlijn 93/42/EG in de handel worden gebracht en niet als hijswerktuig in toepassing van machinerichtlijn 98/37/EG, moet dit toestel ook niet als hijswerktuig worden beschouwd volgens artikel 267.2.2 van het ARAB. Dit impliceert eveneens dat ook de bepalingen van artikelen 280 en 281 van het ARAB betreffende de controles door een EDTC niet van toepassing zijn.

    Patiëntliften vallen nog steeds onder de definitie van een arbeidsmiddel opgenomen in artikel I.1-4, 24° van de codex over het welzijn op het werk.

    Artikel IV.2-14 van de codex bepaalt dat:

    • de arbeidsmiddelen waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie, worden onderworpen, na de installatie en vóór de eerste ingebruikneming, aan een eerste controle om er voor te zorgen dat deze arbeidsmiddelen op de juiste wijze worden geïnstalleerd en goed functioneren;
    • de arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan invloeden die leiden tot verslechteringen welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties, worden onderworpen aan periodieke controles en, in voorkomend geval, aan periodieke proeven en aan bijzondere controles telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel (bijvoorbeeld een incident).

    De hierboven bedoelde controles moeten uitgevoerd worden door deskundige personen aangeduid door de werkgever. Die personen kunnen intern, bijvoorbeeld de eigen technische dienst, of extern aan de onderneming zijn. Keuringsinstellingen erkend voor de controle van hefwerktuigen zijn in die zin ook deskundige personen. In elk geval moeten de resultaten van de controles schriftelijk worden vastgelegd en ter beschikking zijn van de met het toezicht belaste ambtenaar.