Attest voor het besturen van een gemotoriseerd transportwerktuig

Op deze pagina

    Toelichting over titel 3 betreffende mobiele arbeidsmiddelen al dan niet met eigen aandrijving van boek IV van de codex over het welzijn op het werk

    Vaak wordt gevraagd over welke attesten een bestuurder van gemotoriseerde transportwerktuigen moet beschikken. Hoewel de welzijnsreglementering geen attesten voorziet moet met volgende elementen rekening gehouden worden:
     

    1. de bestuurder van een gemotoriseerd transportwerktuig oefent een veiligheidsfunctie uit in de zin van artikel I.4-1, §2, 1° van de codex, zodat hij de medische geschiktheid moet bezitten, vast te stellen door de arbeidsgeneesheer;
    2. tegenover zulke bestuurders bestaat er vanwege zijn werkgever, zoals tegenover elke werknemer in het algemeen, de verplichting tot informatie en vorming (artikelen I.2-16 tot I.2-21 van de codex).
      Aangezien het besturen van deze transportwerktuigen duidelijk niet zonder risico is, richten de werkgevers zich voor deze vorming dikwijls tot private organisatoren van opleidingscursussen voor bestuurders van vorkliften.
      Het is gebruikelijk dat deze organisatoren bij het einde van de cursus een attest aan de laureaten overhandigen.
      De wettelijke en reglementaire bepalingen inzake welzijn op het werk voorzien evenwel geen enkele erkenning noch verplichting tot het organiseren van dergelijke cursussen;
    3. bovendien schrijft artikel IV.3-7, 1° van de codex het volgende voor: "Mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving mogen alleen worden bestuurd door werknemers die een adequate opleiding voor het veilig besturen van deze arbeidsmiddelen hebben gekregen";
    4. de leden van de hiërarchische lijn hebben onder andere tot taak "te controleren of de verdeling van de taken op een zodanige wijze geschiedt dat de verschillende taken worden uitgeoefend door de werknemers die de daartoe vereiste bekwaamheid hebben en de vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen" (artikel I.2-11, tweede lid, 5° van de codex);
    5. het is verboden studenten-werknemers gemotoriseerde transportwerktuigen te laten bedienen (artikel X.3-8 van de codex). De studenten-werknemers ouder dan 18 jaar daarentegen mogen evenwel wel gemotoriseerde transportwerktuigen met geringe hefhoogte besturen, onder de voorwaarden bepaald in titel 3 betreffende jongeren op het werk van boek X van de codex.