Ernstige ongevallen

Op deze pagina

    Maatregelen om de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te voorkomen: 

    Voorafgaande waarschuwing: De huidige toelichting heeft uitsluitend betrekking op de bepalingen van hoofdstuk XIbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

    Bijzondere plaats in de wet - historiek

    De maatregelen zijn ondergebracht in een hoofdstuk XIbis dat na de strafbepalingen komt. Deze ongewone plaats binnen een wet vloeit voort uit het oorspronkelijke doel van de maatregelen. [Wet van 25 februari 2003 houdende maatregelen ter versterking van de preventie inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; artikel 5, Belgisch Staatsblad van 14 maart 2003, Parl. Doc. Kamer, Doc. 50 2167/001, bladzijde 8]

    Er werden geen regels vastgesteld waarvan de overtreding kan leiden tot een repressief optreden ten opzichte van de werkgever. Het was daarentegen de bedoeling hem te helpen om te vermijden dat een ernstig arbeidsongeval zich binnen zijn onderneming of instelling zou herhalen. De Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zou na elk ernstig arbeidsongeval ambtshalve een extern deskundige aanstellen die de opdracht kreeg om het ongeval te onderzoeken en preventiemaatregelen ten behoeve van de werkgever voor te stellen. Het honorarium van de deskundige zou betaald worden door de verzekeringsmaatschappij inzake arbeidsongevallen bij wie de werkgever aangesloten was. De verzekeringsmaatschappij kon de kosten van het honorarium van de werkgever terugvorderen tot een maximum bedrag van 300 EUR. Het was tegelijk ook de bedoeling om de voorgestelde preventiemaatregelen ter beschikking te stellen van de andere werkgevers bij wie een gelijkaardig arbeidsongeval zou kunnen gebeuren.

    Eind 2003 werd echter vastgesteld dat de vooropgestelde procedure niet van start kon gaan bij gebrek aan voldoende onafhankelijke externe deskundigen. Talrijke kandidaat-deskundigen waren immers lid van een interne of externe preventiedienst of van een preventiedienst van een verzekeringsonderneming, wat bij een aanstelling tot een onverenigbaarheid zou kunnen leiden.

    De Programmawet van 27 december 2004 [Belgisch Staatsblad van 31 december 2004, artikelen 166 en 167, Parl. Doc. Kamer, doc. 51 1437/001 en 1438/002, bladzijde 96] verhelpt dit tekort door eerst en vooral de gevestigde preventiestructuren, die door de wet welzijn werknemers voorzien zijn, in te schakelen. Slechts nadat blijkt dat deze structuren falen of ontoereikend zijn, kan de overheid een extern deskundige aanstellen [Met uitzondering van een aantal door de Koning vastgestelde gevallen, waarbij de onmiddellijke aanstelling mogelijk is].

    In dit kader moeten de werkgevers die bij een ernstig ongeval betrokken zijn, een aantal schikkingen treffen. Hoewel de kernidee betreffende de bijstand aan de werkgever om de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te vermijden behouden is, zijn hierdoor in het hoofdstuk XIbis opnieuw bepalingen aanwezig waarvan het negeren tot strafvervolging kan leiden. Sommige van deze bepalingen zijn niet nieuw, bijvoorbeeld de verplichting van de werkgever om het ernstig arbeidsongeval door zijn bevoegde preventiedienst te laten onderzoeken. Maar in tegenstelling tot voorheen, toen een amalgaam van diverse uitvoeringsbepalingen van de wet naast elkaar moesten worden gelegd [de huidige artikelen II.1-6, §1, 1°, d); II.1-16, §§1 en 2, en II.7-11 van de codex over het welzijn op het werk] om eruit te kunnen afleiden dat de werkgever inderdaad die verplichting had, blijkt zij nu op zeer transparante wijze uit één enkele zin in de wet (artikel 94ter, §1 of §2, naargelang het geval).

    Definitie van ernstig arbeidsongeval

    Het begrip ernstig arbeidsongeval wordt gedefinieerd als een ongeval dat zich op de arbeidsplaats zelf voordoet en dat wegens zijn ernst een grondig specifiek onderzoek vereist met het oog op het treffen van preventiemaatregelen die herhaling ervan moeten vermijden. De Koning bepaalt de criteria op basis waarvan het arbeidsongeval als ernstig arbeidsongeval wordt beschouwd.

    • Het moet een arbeidsongeval zijn dat zich op de arbeidsplaats zelf voordoet. Hier bestaat een duidelijk onderscheid met de arbeidsongevallen bedoeld in de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, die naast de ongevallen op de arbeidsplaats zelf, ook met arbeidsongevallen gelijkgestelde ongevallen bedoelt, bijvoorbeeld, de ongevallen op de weg naar en van het werk. Laatstgenoemde ongevallen, ook nog ongevallen op de arbeidsweg genoemd, mogen niet verward worden met andere types van wegongevallen. Autobus- of vrachtwagenchauffeurs, of handelsreizigers, bijvoorbeeld, die zich met een voertuig van de ene plaats naar de andere begeven in het kader van de arbeidsrelatie met hun werkgever, bevinden zich, tijdens de hele duur van zulke trajecten en van hun aanwezigheid op die plaatsen, op hun arbeidsplaats. Overkomt hen dan een ernstig ongeval, dan is dit een ernstig arbeidsongeval in de zin van de wet van 4 augustus 1996.
    • Het moet om een arbeidsongeval gaan dat wegens zijn ernst een grondig specifiek onderzoek vereist. Hiermee wordt naar de maatschappelijke achtergrond verwezen van het hoofdstuk XIbis van de wet [Parl. doc. Kamer, Doc. 50 2167/001, bladzijde 7]. Een samenleving die zich eerbiedigt, mag niet aanvaarden dat ongevallen die tot ernstige verwondingen van werknemers leiden en die vermeden hadden kunnen worden, geen of onvoldoende aandacht krijgen.
    • De omschrijving "dat wegens zijn ernst een grondig specifiek onderzoek vereist" is zeer ruim. Daarom draagt de wet de Koning op om de criteria vast te stellen die het ernstig arbeidsongeval nader definiëren. Deze criteria worden bepaald in artikel I.6-2 van de codex over het welzijn op het werk. Ongevallen met een minimale arbeidsongeschiktheid van ten minste een maand vormen niet meer het criterium. Tot deze groep behoren immers ook de ongevallen met eerder onschuldige oorzaken, bijvoorbeeld, de persoon die over de eigen voeten struikelt of die, verstrooid, de hand tussen een dichtklappende deur steekt. Het heeft geen zin om nog aandacht te schenken aan dergelijke arbeidsongevallen waartegen de werkgever niet of nauwelijks preventief kan optreden. Het is daarentegen de bedoeling om zich te concentreren op de ongevallen waartegen wel degelijk preventief kan worden geageerd zodat hun herhaling voorkomen wordt. Dit zijn de ongevallen die kwetsuren veroorzaken en die te wijten zijn aan het falen of de ontoereikendheid van de materiële preventiemaatregelen [Parl. doc. Kamer, Doc. 50 2167/001, bladzijden 3 en 10], bijvoorbeeld een machinebeveiliging die ontbreekt of die niet meer correct functioneert.

    Procedure

    De procedure is beschikbaar in het tabblad Documentatie > Procedures en formulieren > Procedure bij een ernstig ongeval.

    Actieve wachtdienst voor aangifte en onderzoek van zeer ernstige arbeidsongevallen buiten de kantooruren

    Op 1 oktober 2020 wordt een actieve wachtdienst binnen de Afdeling van het Regionaal Toezicht van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk operationeel. De bedoeling van deze wachtdienst is de onmiddellijke telefonische aangifte mogelijk te maken aan de met het toezicht belaste ambtenaar van zeer ernstige arbeidsongevallen, die zich voordoen buiten de kantooruren op werkdagen, zaterdagen, zon- en feestdagen, brugdagen en gedurende de periode van collectieve sluiting tussen Kerstmis en Nieuwjaar.

    Onder zeer ernstig arbeidsongeval, wordt een ongeval bedoeld in de zin van artikel I.6-2,1° en I.6.2,2°a) van de Codex over het welzijn op het werk (Codex), met name:

    1. een dodelijk arbeidsongeval;
    2. een arbeidsongeval waarvan het gebeuren in direct verband staat met een gebeurtenis die afwijkt van de normale uitvoering van het werk en die voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage I.6-1 van de Codex (PDF, 76.84 KB), of met het voorwerp dat bij het ongeval betrokken is en dat voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage I.6-2 (PDF, 78.75 KB) en dat aanleiding heeft gegeven tot een blijvend letsel.

    Een dergelijk zeer ernstig arbeidsongeval dient in toepassing van artikel I.6-3 van de Codex immers onmiddellijk te worden aangegeven door de werkgever van het slachtoffer bij de met het toezicht belaste ambtenaar aan de hand van een technologisch geschikt middel en met vermelding van de naam en het adres van de werkgever van het slachtoffer, de naam van het slachtoffer, de datum en plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen en met een korte beschrijving van de omstandigheden.

    Teneinde de inspecteur van wacht te kunnen contacteren voor aangifte van een zeer ernstig arbeidsongeval werden dan ook 2 algemene oproepnummers gecreëerd:

    Nederlandstalig oproepnummer: 02 235 53 00

    Franstalig oproepnummer: 02 235 55 44

    Dit noodoproepnummer zal tijdens de wachtdienst automatisch worden doorgeschakeld naar het GSM-nummer van de inspecteur van wacht van de desbetreffende taalrol. Tijdens de kantooruren zal dit nummer eveneens kunnen worden gebruikt voor de aangifte van ernstige arbeidsongevallen, waarbij men via een keuzemenu zal verwezen worden naar de territoriaal bevoegde regionale directie.

    In functie van de ernst van het arbeidsongeval en inzonderheid op instigatie van de gerechtelijke autoriteiten zal dan worden beslist of de inspecteur zich op de plaats van het ongeval zal begeven om een onderzoek op te starten en na te gaan of er passende maatregelen genomen zijn om in afwachting van het onderzoek ten gronde door de bevoegde preventiedienst, de veiligheid en gezondheid van de werknemers te kunnen garanderen.

    Deze regeling is niet van toepassing op zeer ernstige arbeidsongevallen, die zich voordoen op de sites van de zogenaamde Seveso-ondernemingen. Hiervoor dient zoals voorheen de Directie van de preventie van zware ongevallen te worden verwittigd op het bestaande telefoonnummer 02 233 45 12.

    De deskundige

    De gevallen waarin de met het toezicht belaste ambtenaren deskundigen kunnen aanstellen, herleiden zich in de praktijk tot twee omstandigheden:

    • de preventiecultuur loopt mank of ontbreekt bij de betrokken werkgever;
    • het onafhankelijk onderzoek van het ernstig arbeidsongeval vereist een doorgedreven deskundigheid in een beperkt domein.

    De Koning stelt de voorwaarden vast waaraan de deskundigen moeten voldoen om aangesteld te kunnen worden [KB van 28 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk XIbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat de deskundigen betreft].

    Om over deskundigen met de gepaste specifieke bekwaamheid te kunnen beschikken op het ogenblik dat de noodzaak van een aanstelling zich voordoet, stelt de administratie een lijst samen (artikel 94bis, 2°). [Parl. doc, Kamer, Doc.50 2167/001, bladzijden 6 en 7]
    De deskundigen onderzoeken het ernstig arbeidsongeval en formuleren de gepaste aanbevelingen om de herhaling van het ongeval te voorkomen, overeenkomstig een vooraf vastgesteld lastenboek. [Parl. doc, Kamer, Doc.50 2167/001, bladzijden 6 en 7]

    Zij tekenen hun vaststellingen en aanbevelingen op in een verslag dat zij bezorgen aan:

    • de met het toezicht belaste ambtenaren;
    • de bij het ernstig arbeidsongeval betrokken werkgevers of zelfstandigen;
    • de verzekeringsonderneming bij wie de bij het ernstig arbeidsongeval betrokken werkgevers aangesloten zijn voor de verzekering van hun werknemers tegen arbeidsongevallen of de instellingen [Zulke instellingen zijn bijvoorbeeld het Fonds voor Arbeidsongevallen of een Federale Overheidsdienst (die zichzelf verzekert)] die in de plaats treden van deze verzekeringsondernemingen, bij ontstentenis hiervan.

    Voor die prestaties wordt aan de deskundigen, op voorlegging van een schuldvordering, een honorarium uitbetaald door laatstgenoemde verzekeringsondernemingen of instellingen.
    De Koning stelt het bedrag van het honorarium vast (artikel 94octies, 4°).

    Is er slechts één werkgever betrokken, dan betaalt zijn verzekeringsonderneming inzake arbeidsongevallen of instelling die in de plaats treedt, het volledige bedrag van het honorarium.
    Zijn er meerdere ondernemingen bij het ongeval betrokken, dan betaalt de verzekeraar van elke onderneming het deel van het honorarium dat hij zou moeten betalen, overeenkomstig de kostenregeling opgenomen in de overeenkomsten tussen de ondernemingen, bedoeld in artikel 94ter, §2. Bij ontstentenis van zulke regeling betaalt de verzekeraar van de onderneming die de verplichting had, de regeling in de overeenkomst in te schrijven, het volledige bedrag van het honorarium.

    De verzekeringsondernemingen of de instelling die het honorarium of een deel ervan aan de deskundigen hebben uitbetaald, kunnen het uitbetaalde bedrag volledig van hun verzekerde terugvorderen.

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk