Doorgangen

Op deze pagina

    Wegen, met inbegrip van trappen, vaste ladders en laadplatforms, zijn zodanig gelegen en berekend dat zij gemakkelijk, veilig en overeenkomstig hun bestemming door voetgangers of voertuigen kunnen worden gebruikt en de werknemers die in de buurt van die wegen werken, geen enkel risico lopen.

    Bij het bepalen van de afmetingen van voor het verkeer van personen of goederen bestemde wegen, wordt uitgegaan van het mogelijke aantal gebruikers en de aard van de onderneming.

    Wanneer op de wegen transportmiddelen worden gebruikt, moet er een veilige afstand overblijven voor de voetgangers.

    De voor voertuigen bestemde wegen liggen op voldoende afstand van deuren, poorten, doorgangen voor voetgangers, gangen en trappen.

    Het tracé van de wegen dient duidelijk en overeenkomstig de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk te zijn afgebakend, tenzij het gebruik en de uitrusting van de plaatsen dit niet vereisen om de bescherming van de werknemers te garanderen.

    Voor de arbeidsplaatsen die reeds vóór 1 januari 1993 in gebruik werden genomen en die niet aanzienlijk werden verbouwd na 31 december 1992, is het toegelaten de veiligheid van de wegen te verzekeren door middel van andere passende maatregelen dan deze die hierboven werden opgesomd.

    Arbeidsplaatsen, al dan niet in open lucht, waar door de aard van het werk zones met val- of glijgevaar of beknelling voor werknemers of risico’s voor vallende voorwerpen voorkomen, zijn voor zover mogelijk, uitgerust met voorzieningen die beletten dat de werknemers deze zones zonder toestemming betreden.

    Er worden adequate maatregelen getroffen om de werknemers die de gevarenzone mogen betreden te beschermen.

    De gevarenzones zijn duidelijk zichtbaar en overeenkomstig de bepalingen betreffende de veiligheids -en gezondheidssignalering op het werk gemarkeerd.