Asbest en asbestverwijderaars

Op deze pagina

    De bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest 

    In 2005 werd het op de markt brengen en het gebruik van asbest verboden. Vandaar dat blootstelling aan asbest vandaag de dag voornamelijk plaatsvindt tijdens werkzaamheden zoals schoonmaak, reparatie, verwijdering, renovatie en het slopen en storten van asbesthoudende materialen.

    Deze materie wordt geregeld door titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex over het welzijn op het werk.

    Inventaris en beheerprogramma

    Elke werkgever stelt een inventaris op van alle asbest en asbesthoudend materiaal dat zich in het bedrijf bevindt. Titel 3 van boek VI van de codex beschrijft, hoe de inventaris wordt opgebouwd, bijgewerkt en gebruikt. Een model van een asbestinventaris is beschikbaar in het tabblad “Documentatie”: Model van asbestinventaris (DOCX, 34.6 KB). Zonder deze inventaris mogen er geen werken gestart worden.

    Als uit de inventaris blijkt dat er inderdaad asbesthoudend materiaal aanwezig is, dan wordt er een beheerprogramma opgesteld. Uit dit beheerprogramma moet duidelijk blijken wat er met het asbesthoudend materiaal gaat gebeuren en hoe de blootstelling van de werknemers zo laag mogelijk gaat gehouden worden.

    Verbodsbepalingen

    Er wordt verwezen naar het verbod op het op de markt brengen en het gebruik van asbest. Momenteel is dit verbod opgenomen in bijlage XVII van de Europese REACH verordening.

    Verder wordt het gebruik van snel draaiende mechanische werktuigen en hogedrukreinigers expliciet verboden.

    Risicobeoordeling

    De risicobeoordeling wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van titel 2 betreffende de kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van boek VI van de codex. Dit houdt o.a. in dat de gevaren voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers worden geïdentificeerd, de risico's worden bepaald en geëvalueerd, en dat de aard, mate en duur van de blootstelling wordt bepaald.

    Metingen

    Uit de risicobeoordeling kan blijken dat metingen vereist zijn. Die metingen worden verricht door daartoe erkende laboratoria, volgens een welbepaalde norm (NBN T96-102).

    Algemene maatregelen bij blootstelling aan asbest

    Bij blootstelling aan asbest worden steeds de volgende maatregelen getroffen:

    • melding van de blootstelling aan de toezichthoudende ambtenaar en aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer;
    • het opstellen van een register van blootgestelde werknemers;
    • het uitvoeren van een gezondheidstoezicht op de blootgestelde werknemers;
    • het verstrekken van informatie aan de werknemers vóór de aanvang van de werkzaamheden;
    • het verschaffen van een specifieke opleiding aan de blootgestelde werknemers;
    • het nemen van algemene technische preventiemaatregelen: o.a. het vrijkomen van asbestvezels verhinderen of alleszins beperken, het aantal blootgestelde werknemers beperken, e.d.

    Maatregelen bij sporadische werkjes met zeer beperkte blootstelling

    Voor bepaalde werkjes die een sporadisch karakter hebben en waarvoor uit de risicobeoordeling blijkt dat de blootstelling zeer beperkt zal zijn, gelden sommige van de bovengenoemde maatregelen (waaronder melding, opstellen van een register, gezondheidstoezicht) niet.

    Maatregelen bij herstel- en onderhoudswerken waar de grenswaarde kan overschreden worden

    Bij herstel- of onderhoudswerkzaamheden waarbij verwacht wordt dat ondanks preventieve technische maatregelen, de grenswaarde kan overschreden worden, worden bijkomende maatregelen opgelegd.

    Eén van deze bijkomende maatregelen is het opstellen van een werkplan. Dit werkplan ligt ter inzage op de plaats waar de werken worden uitgevoerd.

    Maatregelen bij sloop- en verwijderingswerken van asbest of asbesthoudende materialen

    Sloop- en verwijderingswerken kunnen met behulp van één van de onderstaande drie technieken worden uitgevoerd:

    1. de techniek van eenvoudige handelingen;
    2. de couveusezak methode;
    3. de methode met de hermetisch afgesloten zone.

    De keuze van de toe te passen techniek hangt o.a. af van de toestand waarin het asbest zich bevindt en gebeurt in overleg met de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en met de preventieadviseur, deskundig op het gebied van de arbeidsveiligheid.

    De twee laatste technieken mogen uitsluitend worden uitgevoerd door daartoe erkende ondernemingen.

    Voor elk van deze technieken worden de voorwaarden waaronder ze gebruikt mogen worden en de specifieke preventiemaatregelen uitvoerig beschreven.

    De opleiding van werknemers, belast met sloop- en verwijderingswerken van asbest, is uitgebreider dan de standaardopleiding.

    Verbod op installatie van zonnepanelen op asbestcementen daken

    Een asbest bevattende dakconstructie omvormen tot drager voor zonnepanelen, waarbij de integriteit van het asbestcement wordt aangetast, en er dus zeker een blootstelling plaatsvindt bij de installateurs en later mogelijk ook bij reparateurs, druist volledig in tegen de principes van titel 3 van boek VI van de codex, en wordt dus impliciet verboden door deze titel.

    Blootstelling aan asbestvezels, afkomstig van asbest bevattende voorwerpen, die vóór het in werking treden van het asbestverbod geïnstalleerd en/of in bedrijf waren, moet immers steeds worden vermeden of, indien dat niet mogelijk is, worden geminimaliseerd. Werkzaamheden die doelbewust op asbest bevattende materialen gericht zijn, moeten dus steeds tot doel hebben de blootstelling aan asbest zoveel mogelijk te beperken (op korte termijn door het bijvoorbeeld te fixeren, in te kapselen, te onderhouden om de integriteit ervan te behouden, of op lange termijn door het te verwijderen) of het materiaal te identificeren (monsterneming van het materiaal).

    "Asbestos-free" en "Asbestos-safe" certificaten

    De uitreiking aan werkgevers van certificaten "Asbestos-free" en "Asbestos-safe" is een privé-initiatief dat geen enkele reglementaire grond heeft in het kader van het welzijn op het werk, meer bepaald titel 3 van boek VI van de codex.

    Dergelijke certificaten, uitgereikt door laboratoria die door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg erkend zijn voor de bepaling van asbest in omgevingslucht en in materiaal, worden derhalve niet gedekt door de toegekende erkenning.

    Deze certificaten kunnen geenszins de verslagen vervangen van de metingen uitgevoerd in toepassing van de bepalingen van titel 3 van boek VI van de codex en die de erkende laboratoria aan hun opdrachtgevers dienen ter beschikking te stellen.

    Werkgevers kunnen door het voorleggen van dergelijke certificaten zich evenmin onttrekken van hun inventarisatieverplichting van het asbest op de werkplek.

    Meer informatie

    Voor bijkomende informatie over titel 3 van boek VI van de codex, zie de vragen en antwoorden.

    Over het asbestfonds voor de schadeloosstelling van slachtoffers ten gevolge van blootstelling aan asbest vindt u informatie op de website https://www.asbestfonds.be/home.

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk 

    De erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen

    Toelichting over titel 4 betreffende de erkenning van asbestverwijderaars van boek VI van de codex over het welzijn op het werk  

    Elke werkgever die in zijn bedrijf sloop- of verwijderingswerkzaamheden laat verrichten waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen is verplicht hiertoe een beroep te doen op een erkende onderneming. De erkenningsregeling heeft tot doel er voor te zorgen dat de werken volgens de regels van de kunst worden uitgevoerd en er dus geen schade berokkend wordt aan derden, en dat de werknemers die het asbest verwijderen zelf ook maximaal worden beschermd tegen de blootstelling aan asbest. Titel 4 van boek VI van de codex stelt de voorwaarden en de nadere regels betreffende de erkenning van dergelijke ondernemingen vast.

    Toepassingsgebied

    Titel 4 van boek VI van de codex is van toepassing op ondernemingen waarvan de activiteit asbestverwijdering is. Dat kunnen werkgevers zijn, maar ook zelfstandigen.  Het is eveneens van toepassing op werkgevers die occasioneel en uitsluitend in hun eigen bedrijf door hun eigen werknemers asbest laten verwijderen. 

    De erkenning wordt verleend volgens de voor de asbestverwijdering gebruikte techniek: de verwijdering van asbest met behulp van een couveusezak, of de verwijdering van asbest in een hermetisch afgesloten zone. Er is geen erkenning vereist voor de verwijdering van asbest door middel van de techniek van de eenvoudige handelingen, omdat daarbij geen belangrijke hoeveelheden asbest vrijkomen. De bovengenoemde technieken worden omstandig omschreven in titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex.

    Wanneer verschillende ondernemingen op eenzelfde werf asbest verwijderen, onder één of ander tijdelijk samenwerkingsverband, moeten alle afzonderlijke ondernemingen hiervoor erkend zijn. Vanzelfsprekend gelden in dit geval eveneens de bepalingen van het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

    Erkenningsvoorwaarden

    In geval de aanvraag uitgaat van een onderneming moet deze opgericht zijn in overeenstemming met de Belgische wetgeving of met die van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte en haar hoofdzetel binnen één van de lidstaten hebben. 

    Er moet een gecertificeerd kwaliteitsborgingssysteem worden toegepast dat waarborgt dat de verwijderingswerken gebeuren in overeenstemming met de eisen van titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex. De lijst van certificatie-instellingen die een dergelijk certificaat verlenen kan geraadpleegd worden op de website van de Belgische accreditatie-instelling (BELAC).

    De technische en organisatorische onderlegdheid om aan titel 3 van boek VI van de codex te voldoen moet worden aangetoond. De werkzaamheden mogen enkel worden uitgevoerd door personen die de gepaste opleiding en jaarlijkse bijscholing genoten hebben. Indien de aanvraag betrekking heeft op de methode van de hermetisch afgesloten zone moeten minstens drie eigen werknemers of personen kunnen ingezet worden, waarvan er minstens één is opgeleid tot werfleider. De aanvrager moet de van toepassing zijnde specifieke regelgeving kennen, en moet over een vaste plaats beschikken waar de technische installaties, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen worden opgeslagen.

    Erkenningsprocedure

    Om een erkenning aan te vragen kan gebruik gemaakt worden van het formulier "Aanvraag tot erkenning voor het afbreken en verwijderen van asbest (DOC, 120.5 KB)". De aanvraag met de bijgevoegde stukken (blz. 3 van het aanvraagformulier) wordt bij aangetekende brief gericht aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid. Na de vaststelling van de volledigheid van het dossier wordt dit overgemaakt aan de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk die onderzoekt of de technische en organisatorische bekwaamheden van de aanvrager overeenstemmen met de bepalingen van titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex. De aanvrager is ertoe gehouden aan de ambtenaren die belast zijn met het onderzoek vrije toegang te verlenen tot zijn lokalen en hen alle documenten en gegevens ter beschikking te stellen die nodig zijn voor het uitvoeren van hun opdracht.

    Op basis van dit onderzoek wordt aan de Minister een advies over de aanvraag bezorgd. Wanneer de administratie een advies verstrekt waarin wordt voorgesteld niet op de aanvraag tot erkenning in te gaan, wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld. Hij kan dan binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving van dit advies zijn bezwaren meedelen aan de Minister.

    De eerste erkenning die wordt verleend met toepassing van de bepalingen van titel 4 betreffende de erkenning van asbestverwijderaars van boek VI van de codex geldt voor twee jaar: een periode gedurende dewelke de erkende onderneming aan een verscherpt toezicht wordt onderworpen. Daarna wordt elke hernieuwing van de erkenning telkens verleend voor een duur van maximum 5 jaar.

    Toezicht en sancties

    Indien de met het toezicht belaste ambtenaar vaststelt dat de erkende onderneming niet meer voldoet aan één van de erkenningsvoorwaarden of indien hij vaststelt dat deze niet voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex, kan hij een termijn vaststellen binnen welke de betrokken onderneming of werkgever zich in regel moet stellen.

    In een aantal gevallen kan de erkenning worden geschorst of ingetrokken; bijvoorbeeld:

    • wanneer de erkenningsvoorwaarden niet meer worden nageleefd,
    • wanneer de onderneming werkzaamheden uitvoert waarvoor de erkenning niet is toegekend,
    • wanneer de bepalingen van titel 3 van boek VI van de codex niet worden nageleefd, of
    • wanneer men asbestverwijderingswerken laat uitvoeren door uitzendkrachten.

    De erkenning wordt ambtshalve ingetrokken indien het kwaliteitsborgingssysteem niet meer gecertificeerd is of indien de erkende onderneming gedurende twee jaar geen enkele activiteit heeft uitgeoefend in het domein waarop de erkenning betrekking heeft.

    De schorsing of intrekking van de erkenning treedt drie maanden na de datum van ontvangst van de beslissing in werking.

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk