Beeldschermen

Op deze pagina

    De regelgeving over het werken met beeldschermen is vastgelegd in titel 2 van boel VIII van de codex over het welzijn op het werk.

    De wetgeving is volledig in overeenstemming met het concept gevaar – risico – risicofactoren:

    • het gevaar is immers “werken met een beeldscherm” (art. VIII.2-1, VIII.2-2 en VIII.2-5 van de codex);
    • het risico wordt bepaald in art. VIII.2-3, §1, 1° van de codex;
    • de risicofactoren en hun minimale correcties worden uitvoerig toegelicht in de bijlage VIII.2-1 van de codex.

    Titel 2 betreffende beeldschermen is van toepassing op elke werkpost die uitgerust is met een beeldscherm (art. VIII.2-1 en VIII.2-2 van de codex), behalve voor:

    • bestuurdersplaatsen van voertuigen of machines;
    • computersystemen in transportmiddelen;
    • computersystemen voor publiek (bankterminals, infoschermen, …);
    • kleine draagbare computers die niet in een werkpost zijn opgesteld;
    • rekenmachines, kasregisters en andere;
    • conventionele schrijfmachines met leesvenster.

    De collectieve risicoanalyse (art. VIII.2-3) moet dus voor alle beeldschermwerkposten worden uitgevoerd door de werkgever en de risicofactoren moeten geoptimaliseerd worden. De werkgever moet alle werknemers correct opleiden en informeren (art. VIII.2-4).
    De bijlage VIII.2-1 van de codex geeft meteen voor de belangrijkste risicofactoren de minimale correcties aan, die zeker moeten gerespecteerd worden (art. VIII.2-6).
    De werkgever moet het werk zo organiseren (art. VIII.2-3, §2) dat er rustpauzes voorzien zijn voor werknemers die beeldschermwerk verrichten.

    Sinds 1 januari 2016 is het verplicht gezondheidstoezicht voor de werknemers die onderworpen zijn aan het risico beeldschermwerk opgeheven. In plaats daarvan wordt onder meer voorzien in een vijfjaarlijkse specifieke risicoanalyse en passende preventiemaatregelen. Deze analyse wordt indien nodig aangevuld met een bevraging of een ander instrument dat peilt naar de werkomstandigheden van de werknemer (art. VIII.2-3 en VIII.2-5 van de codex).

    Als tijdens een onderzoek een accommodatieprobleem wordt gevonden dat de werknemer hindert om zijn beeldschermtaak naar behoren te vervullen, en dit ondanks een gewone leesbril (voor 30 cm) of een gewone bril voor vérzicht (meer dan 2 meter), moet de werkgever een specifieke bril terugbetalen (alleen voor accommodatie op 60 cm). De gewone bril of lens voor vérzicht of lezen moet dus niet door de werkgever betaald worden, ook al heeft de ouder wordende werknemer last met lezen.