Werken in een hyperbare omgeving

Op deze pagina

    Toelichting over titel 4 betreffende werkzaamheden in een hyperbare omgeving van boek V van de codex over het welzijn op het werk  

    Toepassingsgebied

    Titel 4 van boek V van de codex is van toepassing op de activiteiten waarbij werknemers duikwerkzaamheden of werkzaamheden in persluchtcaissons uitoefenen, waardoor zij worden blootgesteld aan een druk van meer dan 100 hectopascal boven de atmosferische druk van de omgeving.

    Risicoanalyse en preventiemaatregelen

    Deze titel 4 legt in de eerste plaats een aantal algemene verplichtingen op die gelden voor alle werkgevers. De werkgever moet een risicoanalyse uitvoeren waarbij hij rekening houdt met :

    • de aard van de werkzaamheden;
    • de aard van de gebruikte arbeidsmiddelen;
    • de gebruikte ademhalingsgasmengsels;
    • de gebruikte luchtdruk;
    • de zwaarte en de duur van de werkzaamheden;
    • de persoonlijke beschermingsmiddelen;
    • de eventuele vroegere ongevallen of incidenten.

    Op grond van deze risicoanalyse bepaalt de werkgever welke specifieke procedures er van toepassing zijn zowel voor het uitoefenen van de gewone werkzaamheden als voor werkzaamheden naar aanleiding van ongevallen of incidenten. Deze procedures betreffen onder meer de inrichting van de arbeidsplaats, de samenstelling van de werkploegen, de veiligheidssystemen en -regels, de toezichtsmiddelen, de communicatie- en signaleringssystemen, het alarmsysteem, het gebruik van decompressie- en recompressiekamers, de eerste hulp en dringende verzorging.

    De werkgever bepaalt tevens welke arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en zorgt er voor dat de gebruikte ademhalingsgassen beantwoorden aan de vereiste kwaliteitsnormen.

    Deze procedures worden opgenomen in een basishandleiding voor veiligheid en gezondheid die ter beschikking wordt gesteld van de werknemers.

    Werkboekje en register

    De werkgever bezorgt aan iedere werknemer die werkzaamheden in een hyperbare omgeving moet uitoefenen een werkboekje dat moet toelaten de blootstelling van de betrokken werknemer op te volgen. Daarnaast moet er op de werf een register bijgehouden worden, waaruit blijkt welke werkzaamheden werden uitgevoerd, hoe dit is gebeurd, welke de aanwezige luchtdruk was en de adressen van diensten die eerste hulp kunnen bieden, evenals dat van de dichtstbijzijnde decompressiekamer. Dit register dient ter beschikking gehouden te worden voor de inspectie.

    Verplichtingen en verbodsbepalingen

    De werknemers moeten een specifieke vorming ontvangen en zijn onderworpen aan de gezondheidsbeoordeling.

    Voor duikwerkzaamheden gelden bovendien de volgende verplichtingen:

    • elke duikploeg moet bestaan uit een duiker, een veiligheidsduiker en een oppervlakte-assistent;
    • de duikers moeten beschikken over het getuigschrift van beroepsduiker. Hiertoe dienen zij een bepaalde vorming gevolgd te hebben waarvan de inhoud wordt bepaald in titel 4 van boek V van de codex;
    • de duikers moeten beschikken over een geschiktheidsattest, waaruit blijkt dat zij fysiek in staat zijn om te duiken met lucht en met overmatige zuurstofmengsels met behulp van ademhalingsapparatuur met open omloop;
    • het register bevat specifieke informatie over de duikwerkzaamheden.

    Voor werkzaamheden in persluchtcaissons gelden er een aantal voorschriften betreffende de constructie van dergelijke caissons. Bovendien moeten het werkplan en het register aangevuld worden met een aantal specifieke elementen en moet de maximale verblijfsduur in het persluchtcaisson aan de hand van een aantal criteria worden bepaald.

    Tenslotte gelden er een aantal verbodsbepalingen:

    • het is verboden werknemers toe te laten in persluchtcaissons waarin de relatieve overdruk meer dan 4000 hectopascal bedraagt;
    • het is verboden werknemers toe te laten in persluchtcaissons waarin de relatieve overdruk meer dan 2500 hectopascal bedraagt, indien de installatie niet is uitgerust om met zuurstof uit te schutten;

    Specifieke bepalingen voor leden van de Brandweer en de Civiele Bescherming

    In titel 4 van boek V van de codex worden een aantal specifieke bepalingen voorzien voor reddingswerkzaamheden uitgevoerd door leden van de Brandweer en de Civiele Bescherming. Enkele verduidelijkingen:

    • duikwerkzaamheden behelzen niet enkel de werkzaamheden uitgevoerd door beroepsduikers, maar ook de reddingswerkzaamheden, nl. de werkzaamheden die door werknemers van de Brandweer en de Civiele Bescherming in het kader van hun wettelijke opdrachten worden uitgevoerd, ongeacht of ze de redding van personen in nood tot doel hebben dan wel of ze betrekking hebben op oefeningen;
    • de chef van de duikwerkzaamheden, zoals gedefinieerd in artikel V.4-21, 3° van de codex, is een werknemer die over minimum drie jaar ervaring beschikt als duiker, ongeacht of hij op het ogenblik van de aanduiding als chef van de duikwerkzaamheden nog zelf duikwerkzaamheden verricht, die aan de oppervlakte blijft en die belast is met het toezicht op de veiligheid van de duikers die duikwerkzaamheden verrichten.
      Wanneer het reddingswerkzaamheden betreffen, mag de functie van de chef van de duikwerkzaamheden ook uitgeoefend worden door een werknemer, al dan niet duiker, die reeds minimum drie jaar actief betrokken is bij de uitoefening van reddingswerkzaamheden;
    • het getuigschrift dat uitgereikt door een instelling erkend volgens de gebruiken eigen aan de sector van de Brandweer of de Civiele Bescherming, wordt gelijkgesteld met het getuigschrift van beroepsduiker, voor de aspecten die betrekking hebben op reddingswerkzaamheden;
    • wat het geschiktheidsattest betreft, staat ook hier vermeld dat het uitgereikt wordt onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bepaald door de gebruiken eigen aan de sector, in dit geval dus de sector van de Brandweer en de Civiele Bescherming.

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk