Inhoud van het periodiek bedrijfsbezoek bij WG van groep C- en D

Op deze pagina

    • STAP 1: de evolutie van de in de onderneming aanwezige gevaren en risico’s (die tijdens het verkennend bedrijfsbezoek zijn geïdentificeerd en in kaart gebracht) wordt tijdens de opeenvolgende periodieke bedrijfsbezoeken opgevolgd:
      • zijn de eerder vastgestelde risico’s nog steeds aanwezig? Zijn deze risico’s groter of kleiner geworden, bv. doordat men nieuwe procedés,   grondstoffen of arbeidsmiddelen is gaan gebruiken, doordat de genomen preventiemaatregelen effectief blijken te zijn, …?
      • zijn er nieuwe risico’s opgedoken die nog niet werden vastgesteld tijdens het vorige bedrijfsbezoek, bv. als gevolg van nieuwe procedés, grondstoffen of technologieën, door wijzigingen in de arbeidsorganisatie, …?
      • Zijn er in de periode sinds het vorige bedrijfsbezoek belangrijke zaken gebeurd waarmee rekening moet worden gehouden bij het preventiebeleid, zoals ernstige arbeidsongevallen, psychosociale interventies, een duidelijke toename van het ziekteverzuim, enz.?
      • Is er relevante informatie voorhanden voor de beoordeling van de aanwezige risico’s in de globale rapportering over de resultaten van het periodiek gezondheidstoezicht (cfr. art. I.4-32, §6 van de codex), of in de globale analyse van de arbeidsongevallen, incidenten en beroepsziekten in de periode sinds het vorige bedrijfsbezoek?
         
    • STAP 2: de aanwezige risico’s worden her-wogen in functie van genomen preventiemaatregelen, nieuwe risico’s en vaststellingen sinds het vorige bedrijfsbezoek, om na te gaan of de 5 prioritaire risico’s moeten worden aangepast. Zo is het bv. mogelijk dat bepaalde risico’s die als prioritair werden voorgesteld na het vorige bedrijfsbezoek niet langer prioritair zijn, omdat ze werden uitgeschakeld of in die mate werden aangepakt dat ze niet langer als prioritair moeten worden beschouwd (bv. door het gebruik van andere grondstoffen of technologieën die niet of veel minder schadelijk zijn, het gebruik van veiligere procedés of arbeidsmiddelen, het gebruik van meer geschikte collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen, enz.).
       
    • STAP 3: de sinds het vorige bedrijfsbezoek genomen preventiemaatregelen en aanbevelingen worden opgevolgd, geactualiseerd en/of bijgestuurd:
      • Waren de voorgestelde preventiemaatregelen doeltreffend om de prioritaire risico’s aan te pakken, en zijn ze correct geïmplementeerd? Zijn er eventueel aanpassingen of bijsturing nodig? Is er bv. een nieuwe techniek voorhanden die beter kan werken om de risico’s aan te pakken?
      • Zijn er nieuwe preventiemaatregelen of aanbevelingen nodig, bv. omdat de 5 prioritaire risico’s gewijzigd werden, en er dus ook voor de nieuwe prioritaire risico’s concrete, en specifiek op de onderneming afgestemde preventiemaatregelen dienen te worden voorgesteld?
         
    • STAP 4: als er voor bepaalde functies en/of werkposten periodiek gezondheidstoezicht nodig is in de onderneming, wordt het advies daarover indien nodig geactualiseerd.
       
    • STAP 5: de externe preventiedienst evalueert ten slotte ook het effect van zijn acties en de gehanteerde methodiek bij de werkgever: als nl. tijdens het volgende bedrijfsbezoek blijkt dat de werkgever niks heeft gedaan met het beleidsadvies en met de 5 prioritaire risico’s, of als de preventiemaatregelen niet doeltreffend zijn gebleken in de onderneming, dan moet de externe preventiedienst bekijken of een andere aanpak of een ander soort preventiemaatregelen beter kan werken, en zijn methodiek desgevallend aanpassen.