Meldingen van het bedrijf aan de overheid

We kunnen een onderscheid maken tussen verschillende meldingen:

Onmiddellijke meldingen

De exploitant moet onmiddellijk het 112-centrum en het Nationaal Crisiscentrum verwittigen.

Het crisiscentrum is 24 uur op 24 bereikbaar op het telefoonnummer 02 506 47 11. Bevestigingen en bijkomende informatie kunnen per e-mail gestuurd worden naar nccn@nccn.fgov.be of eventueel per fax (02 506 47 09).

Het 112-centrum verwittigt de overheden en de hulp- en nooddiensten die ingeschakeld zijn in het extern noodplan, volgens de procedure die in dat plan is vastgelegd.

Het crisiscentrum verwittigt de federale minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de federale minister bevoegd voor Arbeidsveiligheid, de federale minister bevoegd voor Economie voor een aantal specifieke inrichtingen (springstoffen en ondergrondse opslag van gas) en de gewestelijke minister bevoegd voor leefmilieu. Het crisiscentrum verwittigt tevens de betrokken federale en gewestelijke inspectiediensten alsook de gewestelijke dienst die in staat voor de coördinatie van de kennisgevingen en veiligheidsrapporten.

Indien er grensoverschrijdende effecten te vrezen zijn, verwittigt het crisiscentrum tevens de bevoegde overheid van de betrokken staat.

Deze procedure geldt zowel voor de hogedrempel- als voor de lagedrempelinrichtingen.

Indien er bij het zwaar ongeval ook dodelijke slachtoffers zijn gevallen of (eigen of derde) werknemers blijvende letsels hebben opgelopen, moet de Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s ook onmiddellijk op de hoogte gebracht worden, bij voorkeur telefonisch op het nummer 02 / 233 45 12. Hiermee wordt gevolg gegeven aan artikel I.6-3 van de codex over het welzijn op het werk. In functie van de omstandigheden zal door de ACR al dan niet onmiddellijk een bezoek ter plaatse worden gebracht voor het uitvoeren van de eerste vaststellingen.

Aangezien de melding naar het 112-centrum en het crisiscentrum essentieel is voor de bestrijding en beheersing van de noodsituatie, krijgen die meldingen uiteraard de absolute prioriteit.

In de praktijk ondervinden sommige bedrijven moeilijkheden met deze meldingsplicht omdat de definitie van een zwaar ongeval niet precies is afgebakend. De definitie spreekt van een zware emissie, brand of explosie en van ernstig gevaar voor de menselijke gezondheid of het milieu.

In bijlage 5 van het samenwerkingsakkoord worden duidelijke criteria gegeven voor die zware ongevallen die door België aan de Europese Commissie moeten gemeld worden. Het spreekt vanzelf dat deze ook onmiddellijk moeten gemeld worden door de bedrijven aan de overheid. Men mag echter niet besluiten dat dit de enige ongevallen zijn die onmiddellijk gemeld moeten worden. De meldingsplicht heeft betrekking op zware ongevallen zoals gedefinieerd in artikel 2 van het samenwerkingsakkoord zelf en niet in bijlage 5. Voor incidenten en ongevallen die niet voldoen aan de criteria van bijlage 5, zal een bedrijf dus zelf op oordeelkundige wijze moeten bepalen of onmiddellijke melding nodig is of niet. Zo is het niet de bedoeling om elk klein lek of elke kleine brand te melden aan het crisiscentrum. Het kan echter ook niet zijn dat zwaarwichtige, en dus in principe toch eerder uitzonderlijke, incidenten niet worden gemeld.

Inlichtingen te verstrekken zo spoedig mogelijk na het ongeval

De exploitant bezorgt zo spoedig mogelijk na een zwaar ongeval het crisiscentrum en de inspectiediensten de volgende gegevens:

  • de omstandigheden van het ongeval
  • de betrokken gevaarlijke stof(fen)
  • de eerste gegevens die toelaten de gevolgen voor mens, milieu en goederen in te schatten;
  • de reeds getroffen noodmaatregelen.

Gezien de aard van de informatie waarvan sprake hier betekent zo spoedig mogelijk: kort na de beëindiging van de bestrijding van de noodsituatie.

De inspectiediensten zullen deze informatie gebruiken in het kader van hun onderzoek naar het ongeval.

Informatie te verstrekken na het onderzoek van het ongeval

Na onderzoek van het ongeval informeert de exploitant diezelfde diensten over de voorgenomen maatregelen om de gevolgen om middellange en lange termijn van het ongeval te beperken en om een herhaling van het ongeval te voorkomen.

Deze gegevens worden bijgewerkt als bij nader onderzoek nieuwe gegevens naar voren komen die de informatie of conclusies wijzigen.