Zwaar ongeval

Een van de kerndefinities in het samenwerkingsakkoord is deze van een zwaar ongeval.

Een ongeval duidt steeds op een plotse, onverwachte en ongeplande gebeurtenis. In het kader van de Sevesoregelgeving gaat het steeds om een zware brand, explosie of emissie.

Volgens de definitie van het samenwerkingsakkoord moet een dergelijke gebeurtenis beschouwd worden als een "zwaar ongeval" indien gelijktijdig aan de volgende drie voorwaarden voldaan is:

  • de gebeurtenis is het gevolg van ongecontroleerde ontwikkelingen tijdens de exploitatie van een Seveso-inrichting
  • de gebeurtenis levert, onmiddellijk of na verloop van tijd, een ernstig gevaar op voor één of meer van de volgende schadedragers:
    • voor de mens binnen de inrichting (het eigen personeel, werknemers van derde firma’s, bezoekers)
    • de mens buiten de inrichting
    • voor het leefmilieu op of rond de inrichting.
  • bij de gebeurtenis zijn één of meer gevaarlijke stoffen betrokken.

Een ongecontroleerde ontwikkeling

Een ongecontroleerde ontwikkeling wil zeggen dat de initiële afwijking dermate escaleert dat ze aan de controlemogelijkheden van de exploitant ontsnapt. In vele gevallen is de escalatiesnelheid van het gebeuren bepalend voor het uit de hand lopen van de situatie. Een dergelijke ongecontroleerde ontwikkeling kan worden veroorzaakt door interne of externe factoren. Interne factoren zijn bijvoorbeeld foutieve operaties, falingen van kritische componenten of andere processtoringen. Externe factoren kunnen bijvoorbeeld een blikseminslag, een externe brand of een overstroming zijn.

Een ernstig gevaar

Een ernstig gevaar voor de mens betekent een gevaar voor lichamelijk letsel of schade aan de gezondheid. Deze effecten kunnen zich onmiddellijk manifesteren of in een latere fase optreden. Chronische effecten van langdurige of herhaaldelijke blootstellingen aan lage concentratie van giftige stoffen vallen niet onder de definitie van een zwaar ongeval.

De notie "gevaar" impliceert dat het niet nodig is dat de hierboven vermelde schadedragers ook effectief schade hebben geleden. Het feit of er bij een brand, emissie of explosie al dan niet slachtoffers vallen, is in vele gevallen louter kwestie van de toevallige aanwezigheid van mensen in de gevarenzone. Door de nadruk te leggen op het gevaar, en dus de potentiële schade, en niet de effectieve schade geeft het samenwerkingsakkoord aan dat men bij de preventie van zware ongevallen niet moet rekenen op toevalsfactoren als de aanwezigheid van mensen, maar dat branden, explosies en zware emissies vermeden moeten worden ongeacht van het feit of deze zich kunnen voordoen op plaatsen waar al dan niet frequent mensen aanwezig zijn.

Zowel schadedragers binnen als buiten de terreingrenzen worden beschouwd. Uiteraard zullen niet alle zware emissies, explosies en branden de mogelijkheid hebben om schade te berokkenen buiten de terreingrenzen. Het is echter duidelijk dat de werknemers en personen aanwezig in het bedrijf de grootste risico’s lopen, zowel wat betreft de potentiële ernst als wat betreft de kans op letsels. Een uitzondering hierop zijn zware ongevallen met milieugevaarlijke producten die geen gevaren voor de mens inhouden.

Of een gebeurtenis al dan niet leidt tot een ernstig gevaar hangt af van diverse factoren die onder meer eigen zijn aan de betrokken installatie. Zo zal bijvoorbeeld het incidenteel afblazen van toxische gassen uit een reactor weinig gevaar opleveren indien de afgassen op een veilige wijze via een daartoe gebouwde wasinstallatie afgevoerd worden. Een rechtstreekse lozing in de atmosfeer van eenzelfde hoeveelheid gas kan daarentegen wel een ernstig gevaar inhouden.

Er worden geen criteria gegeven die het begrip "ernstig" nader omschrijven. In de praktijk mag dat echter geen hindernis zijn om te kunnen voldoen aan de basisverplichting van het samenwerkingsakkoord, zijnde het nemen van alle nodige maatregelen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken. Hiervoor is het noodzakelijk om alle oorzaken van vrijzettingen te identificeren en te evalueren. Het is immers niet mogelijk om a priori vrijzettingen uit te sluiten zonder ze geëvalueerd te hebben. Bovendien zijn de mogelijke gevolgen van een accidentele vrijzetting afhankelijk van heel wat toevalsfactoren en daardoor moeilijk in te schatten. De vraag of een mogelijke ongewenste vrijzetting die geïdentificeerd wordt tijdens een procesveiligheidsstudie, nu al dan niet beschouwd moet worden als een zwaar ongeval, heeft weinig toegevoegde waarde. Het is belangrijk dat men alle oorzaken van vrijzettingen evalueert en dat men voor elke vrijzetting de nodige maatregelen neemt om ze te voorkomen en dit in overeenstemming met de potentiële ernst van de gevolgen.

Gevaarlijke stoffen

De criteria om een stof in te delen als gevaarlijk binnen de context van het samenwerkingsakkoord zijn duidelijk gedefinieerd. We verwijzen daarvoor naar de pagina over gevaarlijke stoffen volgens het samenwerkingsakkoord.

De hoeveelheden die betrokken zijn bij de gebeurtenis is voor de definitie van een zwaar ongeval niet belangrijk.