Arbeidsongevallen en onbezoldigde stages

Op deze pagina

    1. Wie moet de aangifte van een arbeidsongeval bij de verzekeraar doen?

    Voor de toepassing van de arbeidsongevallenwet wordt de school (inrichtende macht) als werkgever beschouwd.

    Artikel 62, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet stelt dat de werkgever (de school) of zijn aangestelde verplicht is ieder ongeval dat aanleiding geeft tot toepassing van deze wet aan te geven bij de bevoegde verzekeringsonderneming.

    2. Wie dient een arbeidsongevallensteekkaart op te stellen?

    Voor de toepassing van de welzijnswetgeving wordt, wanneer een leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring, het bedrijf als werkgever beschouwd (artikel X.4-2, 1° en 2° van de codex over het welzijn op het werk).

    Artikel I.6-12 van de codex legt de werkgever (het bedrijf) de verplichting op een arbeidsongevallensteekkaart op te stellen voor elk ongeval dat ten minste vier dagen arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. Voorts moet de werkgever (het bedrijf) een kopie van de arbeidsongevallensteekkaart naar zijn EDPB sturen, de arbeidsongevallensteekkaart gedurende ten minste 10 jaar bewaren en ter beschikking houden van de bevoegde ambtenaren.

    3. Wie dient het onderzoek en de verslaggeving te doen bij een ernstig arbeidsongeval?

    Artikel 94ter, §1, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk legt de werkgever (het bedrijf) de verplichting op elk ernstig arbeidsongeval te laten onderzoeken en binnen tien dagen een omstandig verslag te bezorgen aan de bevoegde ambtenaar.

    Artikel 94septies, §1, van dezelfde wet verplicht de werkgever (het bedrijf) samen te werken met de preventieadviseurs en de CPBW's van de andere bij het ernstig arbeidsongeval betrokken werkgevers.

    De school is ten opzichte van de stagiair niet als werkgever te beschouwen in de zin van de welzijnswet.

    Bijgevolg heeft het bedrijf dat de stagiair tewerkstelt geen wettelijke verplichting vanuit de welzijnswet om samen te werken met de school in geval van een ernstig arbeidsongeval.

    De verplichtingen van het bedrijf zijn de volgende:

    • het arbeidsongeval onderzoeken en een omstandig verslag bezorgen aan de bevoegde ambtenaar;
    • het arbeidsongeval opnemen in het maandverslag;
    • het arbeidsongeval opnemen in de statistieken;
    • de bewarende maatregelen nemen, voorgeschreven door artikel 94septies, §2 van de welzijnswet om de onmiddellijke herhaling van het ernstig arbeidsongeval te voorkomen;
    • rekening houden bij de evaluatie van het dynamisch risicobeheersingssysteem met het arbeidsongeval en nagaan welke aanpassingen aan het globaal preventieplan moeten vermeld worden in het jaarlijks actieplan met het oog op de preventie van dergelijke ongevallen;
    • het arbeidsongeval bespreken in de schoot van het CPBW.

    Deze verplichting berust dus op het bedrijf dat voor de welzijnswet als werkgever wordt beschouwd.

    Het feit dat er vanuit deze wet geen wettelijke verplichting tot samenwerking met de school bestaat, omdat deze laatste niet als werkgever voor deze wet wordt beschouwd, sluit niet uit dat de school en het bedrijf op vrijwillige basis samenwerken hetgeen minstens kadert in de algemene zorgvuldigheidsplicht en een maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.

    4. Wie dient de onmiddellijke aangifte van een bijzonder ernstig arbeidsongeval te doen?

    Artikel 94nonies, eerste lid, van de welzijnswet verplicht de werkgever (het bedrijf) bepaalde bijzonder ernstige arbeidsongevallen onmiddellijk aan de bevoegde ambtenaar te melden via een technologisch geschikt middel. Artikel I.6-3, eerste lid, van de codex, legt vast om welke ernstige arbeidsongevallen het gaat.

    5. Wat indien er meningsverschillen zijn naar aanleiding van een arbeidsongeval?

    Voor de toepassing van de arbeidsongevallenwet wordt de school als werkgever beschouwd. Deze is dus verplicht elk arbeidsongeval aan te geven aan de verzekeraar.

    De aangifte van het arbeidsongeval als ernstig arbeidsongeval aan de toezichthoudende ambtenaren van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk gebeurt door het bedrijf dat de stagiair tewerkstelt, vermits dit bedrijf werkgever is in de zin van de welzijnswet.
    Deze verplichte aangifte van een ernstig arbeidsongeval en het vervolgens op te maken omstandig verslag is bedoeld om de herhaling van een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen.

    Indien het bedrijf zijn verplichtingen ter zake niet nakomt is dit bedrijf voor de welzijnswet de enige strafrechtelijke verantwoordelijke.

    De school kan ingeval van een negatieve houding van het bedrijf klacht indienen bij de toezichthoudende ambtenaren van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk. Deze ambtenaren kunnen ten aanzien van het bedrijf diverse maatregelen nemen; indien nodig kunnen ze overgaan tot het opstellen van een proces-verbaal met het oog op een strafrechtelijke vervolging.

    6. Door wie en hoe dient het formulier "aangifte van arbeidsongeval" ingevuld te worden?

    In verband met het modelformulier dat in principe wordt gebruikt door de werkgever om een arbeidsongeval bij de verzekeraar aan te geven en de gegevens die hierop dienen te worden ingevuld, is Fedris van mening dat de school, als werkgever voor de arbeidsongevallenwet, deze ongevalaangifte invult en ondertekent. In de mate dat de school de gegevens over het bedrijf kent, zoals de plaats van het ongeval en de werktijdregeling, vult de school deze in. Een hele reeks elementen zijn evenwel niet van toepassing zoals de loongegevens. Deze worden dus opengelaten, waardoor het noodzakelijk is gebruik te maken van de aangifte op papier in plaats van de elektronische aangifte die beschikbaar is via de portaalsite van de sociale zekerheid.

    Voor wat de ISCO-code betreft, dient de code te worden aangeduid die overeenstemt met de functie die de stagiair in het bedrijf vervult.

    7. Wat bij een arbeidsongeval tijdens een grensoverschrijdende onbezoldigde stage?   

     In het geval van een grensoverschrijdende onbezoldigde stage, zijn de regels verschillend afhankelijk van de plaats waar de stage doorgaat. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen

    • een stage binnen de EER
    • een stage in een land waarmee België verbonden is met een sociaal zekerheidsakkoord
    • een stage in een derde land

    Op de website van Fedris staan enkele praktische schema's die kunnen helpen vaststellen welke wetgeving (van welke lidstaat) van toepassing is tijdens de onbezoldigde stage.