Deeltijdse arbeid - overloon voor bijkomende prestaties

Op deze pagina

    Deeltijdse werknemers kunnen onder bepaalde voorwaarden bijkomende uren verrichten, dit zijn de uren die de conventionele arbeidsduur overstijgen, zonder de voltijdse arbeidsduurgrenzen te overschrijden.  

    Om het presteren van bijkomende uren te beperken, worden sommige prestaties van deeltijdse werknemers gelijkgesteld met overwerk, waardoor ze recht kunnen geven op overloon

    Dit wordt geregeld in een koninklijk besluit, dat enkel van toepassing is bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst die de overschrijdingen van de werkroosters regelt.

    Op grond van dit koninklijk besluit moeten alle bijkomende prestaties van deeltijdse werknemers worden betaald met een toeslag van 50% of 100% (op zondag, feestdag of vervangingsdag voor een feestdag), met uitzondering van een welbepaald krediet.

    Ingeval van een vast werkrooster of een variabel werkrooster met vaste wekelijkse arbeidsduur moeten alle bijkomende prestaties (d.i. elke prestatie verricht buiten het bekendgemaakt werkrooster) worden betaald met een toeslag, met uitzondering van de eerste twaalf uren per kalendermaand.

    Bij toepassing van variabele werkroosters met inachtneming van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een referteperiode van een trimester (maximum een jaar), moeten momenteel alle bijkomende prestaties (d.i. elke prestatie die wordt verricht buiten het bekendgemaakte werkrooster én in het kader van het bekendgemaakt werkrooster maar boven de overeengekomen gemiddelde wekelijkse arbeidsduur) worden betaald met een toeslag, met uitzondering van die prestaties die een krediet van 3 uren vermenigvuldigd met het aantal weken begrepen in de referteperiode, met een maximum van 39 uren, niet overschrijden.

    Gelijktijdig met de wijziging van een aantal verplichtingen inzake de deeltijdse arbeid door de wet werkbaar en wendbaar werk, zal ook dit laatste krediet worden opgetrokken.

    Vanaf 1 oktober 2017 zullen bij toepassing van variabele werkroosters met een variabele arbeidsregeling alle bijkomende prestaties moeten worden betaald met een toeslag, met uitzondering van een krediet van 3 uren en 14 minuten per week in de referteperiode, met een maximum van 168 uren.