Te vervullen formaliteiten voor een Startbaanovereenkomst (SBO)

Op deze pagina

    Voorafgaande formaliteiten

    Sinds 1 april 2010 moet niemand nog ingeschreven zijn als werkzoekende om “startbaner” te kunnen zijn.

    Er is ook geen kaart meer nodig om de tewerkstelling van een jongere de hoedanigheid van SBO te geven.

    Het volstaat dat de jongere en de werkgever de gewenste overeenkomst sluiten (één van de in aanmerking komende types) volgens de normale gang van zaken.

    Voor een SBO type 2 moeten bij de arbeidsovereenkomst wel de noodzakelijke bepalingen betreffende de opleiding gevoegd worden; voorbeeld van SBO type 2 (PDF, 48.91 KB).

    Een model van SBO moet sinds 1 januari 2004 niet meer gebruikt worden.

    Om elke discussie te vermijden is het raadzaam om, wanneer de werkgever 10% van het loon van de jongere aan opleiding besteedt en dit bedrag dan inhoudt van diens loon, dit expliciet in de overeenkomst te vermelden.

    Formaliteiten na de indiensttreding onder SBO 

    De werkgever moet de tewerkstelling van de jongere vanaf de eerstvolgende kwartaalaangifte aan de RSZ via de DmfA of DmfAPPL aangeven als SBO (eventueel met de aanduiding dat de jongere van buitenlandse afkomst of gehandicapt is), en dit zolang de tewerkstelling duurt, tot (ten laatste) het kwartaal waarin de jongere 26 jaar wordt.

    Op de tewerkstellingslijn moet de werkgever in het vak "Maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid" één van de volgende cijfercodes invullen:

    • code 10: SBO type 1 
    • code 11: SBO type 2 
    • code 12: SBO type 3 
    • code 13: SBO type 1 met gehandicapte jongere
    • code 14: SBO type 2 met gehandicapte jongere
    • code 15: SBO type 3 met gehandicapte jongere
    • code 16: SBO type 1 met jongeren van buitenlandse afkomst 
    • code 17: SBO type 2 met jongere van buitenlandse afkomst
    • code 18: SBO type 3 met jongere van buitenlandse afkomst

    Zie ook de desbetreffende informatie op de portaalsite van de Sociale Zekerheid:  http://www.rsz.fgov.be/nl.