Debat over de 'vlottende' verlofdag om tegemoet te komen aan de problematiek van de religieuze feesten

Gepubliceerd op

Wat betreft de vragen die op 8 december worden gesteld over verlof voor religieuze feesten, zijn Vice-Eerste minister en federaal minister van Werk Joëlle Milquet en Brussels minister van Werk Benoît Cerexhe van mening dat het mogelijk moet zijn om, zonder het totale aantal verlofdagen te wijzigen, een ‘vlottende’ verlofdag te voorzien die door iedereen naar keuze kan opgenomen worden, wat de kans biedt om deze eventueel voor een religieus feest op te nemen.

Deze discussie moet binnen het sociaal overleg onder de sociale partners plaatsvinden. Aan de Nationale Arbeidsraad zal gevraagd worden zich over deze problematiek te buigen en voorstellen te formuleren.

Bovendien stelt de minister van Werk voor om het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 aan te passen. Dit besluit voorziet namelijk dat de werknemer afwezig mag zijn op de dag van de viering van de plechtige communie of ter gelegenheid van het feest van de vrijzinnige jeugd. Het is de bedoeling van de minister om de definitie van dit omstandigheidsverlof uit te breiden naar rituelen rond de overgang naar de volwassenheid zoals die bij de andere in ons land erkende erediensten van toepassing zijn (israëlitische, anglicaanse, protestantse, orthodoxe en islamitische). Op die manier wil de minister in de privésector eenzelfde regeling voorzien als die van het koninklijk besluit van 19 november 1998, dat aan ambtenaren een dag omstandigheidsverlof toekent voor gebeurtenissen die gelijklopen met aan erediensten gebonden rituelen rond kinderen.

Bedoeling is een feitelijke ongelijkheid weg te werken. Dit voorstel zal eveneens weldra aan de Nationale Arbeidsraad worden voorgelegd. Het doel van deze aanpassingen is niet een verhoging van het aantal verlofdagen, maar wel de aanpassing van de modaliteiten ervan zodat deze naar vrije keuze kunnen worden ingevuld.

Bron: persbericht van het kabinet van de minister van Werk